Verdeelwijzen frequentieruimte

Frequentieruimte kan op verschillende manieren worden verdeeld. Welke verdeelwijze voor bepaalde frequentieruimte geldt, staat in het Nationaal frequentieplan 2014 (NFP). De verschillende verdeelwijzen zijn: veiling of vergelijkende toets, frequenties voor publieke taken, publieke omroep, op volgorde van binnenkomst, vergunningvrij en meldingsplicht. Hieronder leggen we de verschillende verdeelwijzen uit.

Veiling of vergelijkende toets

Een groot deel van de frequentieruimte wordt verdeeld door middel van vergunningverlening. Wanneer de te verdelen frequentieruimte in dat geval schaars is, verloopt de vergunningverlening meestal via een veiling. Uit de Nota frequentiebeleid 2016 volgt dat veilen ook het uitgangspunt is voor vergunningverlening. Er zijn verschillende soorten veilingmodellen. Welk veilingmodel in een specifiek geval wordt gebruikt, staat in de Veilingregeling.

De spelregels bij een veiling worden neergelegd in besluiten en regelgeving. Dit zijn:

Voordat een veiling kan plaatsvinden, worden eerst de regelingen en besluiten opgesteld en geconsulteerd via internetconsultatie.nl. Tijdens de consultatie kunnen belanghebbenden hierop reageren en worden de reacties meegewogen. Vervolgens worden de regelingen officieel bekend gemaakt, waarna vergunningaanvragen kunnen worden ingediend binnen de gestelde aanvraagperiode. Deze worden beoordeeld en de vergunningaanvragen die aan de vereisten voldoen, mogen meedoen aan de veiling. Daarna vindt de veiling plaats. De veiling vindt meestal via internet plaats. Wanneer de winnaars bekend zijn, worden de vergunningen daadwerkelijk verleend.

Concrete voorbeelden en meer actuele informatie over veilingen vindt u op onze webiste op de pagina Veilingen.

Frequenties voor publieke taken

Politie, hulpverleningsdiensten, Defensie, staatsveiligheid en openbare orde zijn voorbeelden van publieke taken. Dergelijke taken zijn zo belangrijk voor de maatschappij dat ongestoorde toegang tot voldoende frequentieruimte noodzakelijk is. Daarom wordt in het Nationaal Frequentieplan een aantal frequentiebanden aangewezen voor uitoefening van deze taken. Zo zijn frequentiebanden 380 MHz en 390 MHz in het NFP toegewezen aan Veiligheid en Justitie in het kader van C2000: het communicatiesysteem voor hulpdiensten als politie, ambulance en brandweer.

Voor publieke taken wordt een behoefte-onderbouwingsplan opgesteld waarin de behoefte aan  frequentieruimte goed wordt gemotiveerd. Aan de hand daarvan wordt beoordeeld of de gevraagde hoeveelheid frequentieruimte doelmatig en passend is voor de uitoefening van de publieke taak. Iedere drie jaar vindt een herbeoordeling plaats waarvoor weer een nieuw behoefte-onderbouwingsplan moet worden ingediend. In de Regeling behoefte-onderbouwingsplan staat omschreven waar zo’n plan aan moet voldoen.

Publieke omroep

In de Telecommunicatiewet is frequentieruimte aangewezen voor de publieke omroep. Dit betreft onder meer:

  • Voor landelijke publieke omroep: één vergunning voor digitale televisie (de zogenaamde DVB-T-vergunning), vier FM-vergunningen en een vergunning voor digitale radio-omroep (DAB).
  • Voor iedere regionale publieke omroep: één FM-vergunning en één vergunning voor digitale radio-omroep (DAB). Deze instellingen zenden ook digitale televisie uit via de landelijke DVB-T-vergunning.
  • Voor iedere lokale publieke omroep: één FM-vergunning en deels zijn vergunningen voor digitale radio-omroep (DAB) verleend.
  • Voor de lokale publieke omroepen van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht tevens: één FM-vergunning voor het verzorgen van een multicultureel radioprogramma-aanbod voor en met jongeren en jong volwassenen (bekend onder de naam FunX).

De verlening van vergunningen voor de lokale publieke omroepen geschiedt voor zover dit technisch mogelijk is en doelmatig gebruik zich er niet tegen verzet. Deze vergunningen voor publieke omroep worden met voorrang verleend wanneer hiervoor een aanvraag is ingediend.

Op volgorde van binnenkomst

Indien vergunningen worden verleend voor frequentiebanden waarin geen sprake is van schaarste, vindt verlening plaats op volgorde van binnenkomst. In dat geval wordt de vergunning verleend zodra iemand hiervoor een aanvraag doet, mits deze aanvrager voldoet aan de gestelde voorwaarden in de Regeling aanvraagprocedure bij verlening op volgorde van binnenkomst. Dit is onder meer aan de orde bij de verdeling van landmobiele communicatie in de 149,9 MHz- en de 150,05 MHz-frequentieband.

Vergunningvrij

Wanneer u contactloos de auto van het slot haalt of met een afstandsbediening in huis uw verlichting aanzet, maakt u ook gebruik van frequenties beschreven in het Nationaal Frequentieplan. Maar hiervoor hoeft u geen vergunning aan te vragen of een melding te doen. Dat komt doordat een deel van het frequentiespectrum vergunningvrij kan worden gebruikt. Dit is ook het uitgangspunt. Op deze gevallen is de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 van toepassing.

Meldingsplicht

In sommige gevallen van vergunningvrij frequentiegebruik, geldt een meldingsplicht. Voorbeelden hiervan zijn maritiem frequentiegebruik en radiozendamateurs. Voor de meldingsplicht geldt de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015. In deze regeling staat omschreven dat de gebruiker zijn meldingsplicht kan nakomen door zich te registreren bij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en aan welke voorwaarden hij hierbij moet voldoen.