Nationaal frequentieplan 2014

Het totale frequentiegebruik ligt vast in het Nationaal frequentieplan 2014 (NFP). Het NFP geeft per frequentieband aan voor welk soort gebruik de band bestemd is. Zo zijn er banden speciaal bedoeld voor mobiele telefonie en internet, radio- en televisie-uitzendingen, luchtverkeersleiding, enzovoorts.

Door de grote vraag naar frequenties voor draadloze technieken moet er zo efficiënt mogelijk worden omgegaan met de beschikbare frequentieruimte. Het NFP zorgt ervoor dat verschillend frequentiegebruik naast elkaar kan bestaan, zonder storing of belemmeringen. Het NFP brengt al het beoogde gebruik van de frequentieruimte daarom overzichtelijk in beeld. Het NFP wordt samengesteld door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, in nauwe afstemming met de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI).

Het NFP is een soort bestemmingsplan van de frequenties en regelt onder andere:

  • voor welke doeleinden men een frequentieband mag gebruiken (bijvoorbeeld omroep of mobiele communicatie);
  • of voor gebruik van deze frequentieband een vergunning of registratie is vereist;
  • de manier waarop de beschikbare frequentieruimte wordt verdeeld.

Toepassing van het NFP

In het NFP is bijvoorbeeld vastgelegd dat de frequenties tussen 87.5 MHz tot 104.9 MHz onder meer worden toegekend aan Omroep. Dit betreft FM-radio. Veel commerciële radiostations zenden uit in deze frequentieband. Voor deze frequentieband staat in het NFP dat vergunningverlening voor commerciële omroep geschiedt door middel van een veiling of vergelijkende toets.

Een ander voorbeeld zijn de frequenties tussen 703 en 733 MHz en tussen 758 en 788 MHz. Deze worden volgens het NFP onder meer gebruikt voor mobiele communicatie en verdeeld middels een veiling of vergelijkende toets. In deze twee frequentiebanden zitten de 5G-mobiele communicatienetwerken van KPN, T-Mobile en VodafoneZiggo, waarvoor de vergunningen zijn verdeeld met de Multibandveiling 2020.

Nota Frequentiebeleid

De Nota Frequentiebeleid 2016 bevat de algemene doelstelling en uitgangspunten voor het frequentiebeleid, dat wil zeggen voor het bestemmen, verdelen en het gebruik van frequentieruimte voor de komende periode.