Jaarbericht Agentschap Telecom 2018

Telecommunicatie doorloopt een transitie. Wat begon als een eenvoudig communicatiemiddel via een koperen draadje, ontpopte zich tot een economische branche van formaat. En meer dan dat, want telecommunicatie evolueerde tot randvoorwaarde voor andere sectoren. Daardoor wordt telecommunicatie steeds vaker gezien als levensbehoefte.

In dat licht is de komst van 5G een nationale noodzaak. Want deze vijfde generatie mobiele communicatie kan de groeiende behoefte aan hoogwaardige en toekomstbestendige connectiviteit faciliteren. De uitrol van 5G is dan ook een majeur thema in de Staat van de Ether van 2018. Andere onderwerpen van deze editie zijn onder meer de risico’s van ondeugdelijke apparatuur, het belang van veilig graven, betrouwbare vertrouwensdiensten en nauwkeurig meten en wegen. Alles bij elkaar een informatief overzicht van de belangrijkste trends en ontwikkelingen binnen ons werkveld. En de relevante rol die Agentschap Telecom daarbij speelt!

Succesvolle uitrol 5G vraagt om harmonisatie lokaal beleid

Telecommunicatie in transitie

Een dag zonder telecommunicatie, zou dat nog lukken? Het antwoord zal voor de meeste mensen ontkennend zijn. Niet kunnen bellen of appen is onhandig en in het slechtste geval zelfs rampzalig. Maar de afhankelijkheid van telecommunicatie reikt veel verder dan dat. Want naast communiceren gaat het inmiddels ook om betalen, beveiligen en produceren. En om vervoer, transport en vermaak.

Telecommunicatie heeft een transitie doorlopen. Begonnen als communicatiemiddel en uitgegroeid tot een belangrijke economische branche die zelfs randvoorwaardelijk is geworden voor andere bedrijfstakken.  Zo is telecommunicatie de spil onder productieprocessen, essentieel voor de maritieme sector en noodzakelijk voor hulpdiensten, openbaar vervoer en gezondheidszorg. De aard en positie van telecommunicatie zijn aan een herijking toe: van aanvullend naar voorwaardelijk, van periferie naar kern. Telecommunicatie is een belangrijk fundament onder ons maatschappelijk welzijn en een katalyserende kracht achter innovaties en economische groei.

Op kop blijven

Nederland verkeert in de gelukkige omstandigheid dat het beschikt over een snel, wijdvertakt en betrouwbaar netwerk. Op dat gebied behoort ons land tot de wereldtop. En het is zaak koploper op gebied van connectiviteit te blijven. Want nu innovaties in hoog tempo mogelijkheden creëren die kortgeleden nog ondenkbaar leken, zal het belang van telecommunicatie alleen nog maar verder toenemen. 

De komst van 5G kan deze ontwikkeling en de daarvoor noodzakelijke connectiviteit faciliteren. Deze nieuwe techniek stelt mobiele connectiviteit met zeer hoge pieksnelheden, grote bandbreedtes en buitengewoon korte reactietijden in het vooruitzicht. 5G is een stevige impuls voor de telecomtransitie en opent nieuwe perspectieven op gebied van onder meer industrie, verkeer, landbouw en zorg. En biedt veelbelovende vooruitzichten op gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid, logistiek en veiligheid. 

Overkoepelend beleid

Door dat scala aan toepassingen raakt 5G diverse beleidsterreinen. Van innovatie tot privacy en van duurzaamheid tot cyberveiligheid. Dat vraagt om overkoepelend beleid. De Digitaliseringsstrategie van het kabinet voorziet daarin. Met het Actieplan digitale connectiviteit en de Roadmap digitaal veilige hard- en software zijn belangrijke stappen gezet op weg naar een integrale visie en aanpak.

Uitbouwen en verdichten

Met name de uitrol van 5G-netwerken met hoge capaciteit (spectrum in de hogere frequentiebanden) vraagt om extra frequentieruimte en om een verdichting van het netwerk. De aankomende veilingen voorzien in die eerste vereiste. Het verdichten van het netwerk lijkt gecompliceerder. Daarvoor zijn extra antennes nodig en glasvezel om deze onder de grond met elkaar te verbinden. 

Verdichten netwerk

Om de dekking te verbeteren en de capaciteit te verhogen kunnen operators hun netwerken verdichten door extra antennes te plaatsen. Een andere mogelijkheid is zogenoemde  ‘small cells’ te installeren. Dat zijn kleine antennes met een beperkt bereik waarmee extra capaciteit gecreëerd kan worden op drukke plekken, zoals voetbalstadions of winkelcentra.

Gemeentelijke uitdagingen en ondersteuning

Dat stelt met name gemeenten voor grote uitdagingen. Schaarse middelen maken prioriteren noodzakelijk. Daardoor is er op lokaal niveau vaak weinig expertise en menskracht beschikbaar voor het antennedossier. Dat geldt ook voor de regie op de ondergrond waar de glasvezelkabels hun plek moeten krijgen. Agentschap Telecom signaleert dat er een grote verscheidenheid is aan lokale regels. Dat is onduidelijk en niet efficiënt voor operators. In opdracht van de ministeries van EZK en BZK werkt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) toe naar meer transparantie en harmonisering van lokaal beleid. Ook onderzoekt het welke kennis en expertise de gemeenten verder kan ondersteunen bij hun lokale connectiviteitsbeleid.

Ook Agentschap Telecom biedt ondersteuning aan gemeenten. Dat doet het door samen met operators te werken aan de Handreiking mobiele bereikbaarheid. Deze is in 2019 gereed en biedt technische en juridische informatie die gemeenten helpt de juiste keuzes te maken op gebied van antennevraagstukken. Daarnaast beschikt het agentschap over de Gemeenteradar. Dit hulpmiddel verschaft lokale overheden informatie over de diverse rollen die de gemeente heeft bij graafwerkzaamheden, onder andere als opdrachtgever en regisseur van de ondergrond. De laatstgenoemde rol biedt gemeenten een goed handvat om glasvezel duurzaam en goed beschermd aan te leggen.

Het Antennebureau biedt gemeenten technische en juridische informatie over antennes. Daarnaast geeft het voorlichting over bijvoorbeeld plaatsingsprocedures en gezondheidsaspecten. Er zijn maatschappelijke zorgen over straling. Agentschap Telecom controleert daarom of de blootstelling aan elektromagnetische velden in Nederland binnen de normen blijft, nu en in de toekomst . Het Kennisplatform Elektromagnetische Velden volgt en duidt onderzoeken die op dit gebied worden gedaan.      

Nederland als som van gemeenten

Het is nu zaak alle ingezette initiatieven op één lijn te krijgen en daarin samenhang en samenwerking te vinden. Gemeenten kunnen hierin hun verantwoordelijkheid pakken door ervaringen uit te wisselen, en problemen en oplossingen te delen. Bijvoorbeeld op gebied van inspraak of bij vragen over veiligheids- of gezondheidsaspecten. Zo kan voorbeeldbeleid ontstaan waarmee gemeenten hun Omgevingsvisie en Omgevingsplan kunnen vullen. Dat stimuleert bestuurders een integrale lokale visie op digitale connectiviteit te ontwikkelen. Inwoners zijn er bij gebaat, en ook de lokale economie. Veilige en betrouwbare connectiviteit zijn een basisbehoefte, die zelfs al kenmerken van een vitale infrastructuur in zich draagt. Het is de basis voor vooruitgang, onmisbaar voor groei en ontwikkeling. Dat geldt voor alle gemeenten. En daarmee voor heel Nederland. Want ons land is de optelsom van 355 Nederlandse gemeenten. Harmonisatie van lokaal 5G beleid is daarom van nationaal belang.

Een gezamenlijke opgave

Dat is waarom Agentschap Telecom pleit voor een gezamenlijke inspanning van marktpartijen, rijk en gemeenten bij de uitrol van 5G, om knelpunten voor de uitrol te signaleren en op te lossen. Dat sluit aan op het recente initiatief Handvest 5G waarin operators, innovatieve industrie en overheden de krachten bundelen voor een succesvolle uitrol van 5G in Nederland. 

Alleen met een collectieve inspanning van marktpartijen, rijk en gemeenten kan van de uitrol van 5G een succes gemaakt worden.  Dat is een gezamenlijk verantwoordelijkheid, een gezamenlijk belang en een gezamenlijke opgave.

Altijd en overal bereikbaar

Bijna overal in Nederland kun je mobiel bellen of internetten. De Nederlandse netwerken behoren dan ook tot de beste van Europa. Ook als het gaat om continuïteit; uitval van telecommunicatie komt in Nederland niet vaak voor. En als het al gebeurt, is het meestal van korte duur. Gelukkig, want telecommunicatie is onmisbaar in onze huidige samenleving.

De verwachting is dat de afhankelijkheid van mobiele communicatie de komende jaren verder toeneemt. De overheid streeft naar kwalitatief hoogwaardige mobiele dienstverlening, die een grote diversiteit aan vraag kan bedienen en altijd en overal beschikbaar is tegen concurrerende tarieven. Daarom stimuleren we innovaties op gebied van mobiele communicatie, wordt er frequentieruimte beschikbaar gesteld en houden we toezicht.

Veilig verbonden bij evenementen

In Nederland zijn jaarlijks veel evenementen, zoals concerten en festivals. Telecommunicatie is een belangrijk onderdeel bij evenementen, omdat bezoekers veel gebruik maken van hun mobiele telefoon. Niet alleen om te bellen, maar ook om video’s te streamen en op social media te posten. Dat vraagt veel van het mobiele netwerk op dat moment.

Grootschalig en gelijktijdig gebruik kan leiden tot overbelasting van het netwerk. Dat gebeurt wanneer de vraag naar en het aanbod van telecom niet in balans zijn. Het gevolg is een verminderde mobiele bereikbaarheid. Dit is ongewenst, zeker in het geval van calamiteiten. Als het onverhoopt misgaat, is het van belang dat de bezoekers de hulpdiensten met 112 kunnen bereiken. En andersom moeten bezoekers bereikt worden via NL-alert om te waarschuwen bij dreigend gevaar.

De veiligheid bij evenementen is dus in ieders belang. Goede mobiele bereikbaarheid en betrouwbaarheid van telecomnetwerken zijn daarbij voorwaarden. Agentschap Telecom doet onderzoek bij verschillende evenementen om de continuïteit en de beschikbaarheid van 112 en NL-alert te waarborgen.

Voor evenementen is veel geregeld. Telecom maakt veelal geen vast onderdeel uit van de (gemeentelijke) draaiboeken voor evenementen. Wij pleiten ervoor dat bij een evenement betrokken partijen afstemmen hoe de bereikbaarheid en beschikbaarheid van telecom wordt geregeld. Dit draagt eraan bij dat we ook bij evenementen veilig verbonden zijn.

Hulp aan gemeenten voor mobiele bereikbaarheid

Onvoldoende mobiele dekking wordt steeds minder geaccepteerd. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van mobiele bereikbaarheid is bij verschillende partijen belegd, met ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Voor beleidsmedewerkers bij gemeenten is het vaak onduidelijk hoe zij moeten omgaan met klachten over mobiele bereikbaarheid. Om de gemeenten hierbij te ondersteunen, hebben we in 2018 samen met Monet, de vereniging van mobiele operators in Nederland, een handreiking mobiele bereikbaarheid opgesteld. Dit document beschrijft stapsgewijs hoe de gemeente in overleg met operators en inwoners komt tot een betere mobiele bereikbaarheid. Daarnaast geeft deze handreiking achtergrondinformatie over mobiele technologie. Begin 2019 is een pilot gestart bij twee Nederlandse gemeenten om de conceptversie van de handreiking te toetsen aan de praktijk. Uiteindelijk verschijnt de definitieve versie van de handreiking op de websites van Agentschap Telecom, Monet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Verstoringen in de continuïteit

Aanbieders van openbare netwerken en diensten (vast en mobiel) treffen verschillende maatregelen om de continuïteit en de beschikbaarheid van hun netwerken en diensten te bewaken. Hier houdt Agentschap Telecom toezicht op. Mocht er toch een verstoring optreden die grote impact heeft op de continuïteit, dan zijn de aanbieders verplicht dit te melden bij het ‘Loket Meldplicht Telecomwet’.

In 2018 zijn er in totaal 57 meldingen bij het meldloket gedaan. De meeste meldingen betreffen verstoringen door fouten in soft- of hardware, of door fouten van derden. Een verstoring door een fout van derden is meestal regionaal van aard, maar kan een grote impact hebben. Denk bijvoorbeeld aan uitval van telecommunicatie door een grote stroomstoring. Dit raakt meerdere aanbieders tegelijkertijd en vaak zijn er geen alternatieven voorhanden om uitval te voorkomen.

Agentschap Telecom analyseert de incidenten om meer inzicht te krijgen in de maatregelen die aanbieders hebben genomen en in wat de impact van de incidenten op de continuïteit is. Deze inzichten delen we onder andere met aanbieders van openbare netwerken en diensten, beleidsmakers en het programma Telekwetsbaarheid. Met het programma Telekwetsbaarheid maken we sectoren bewust van de risico’s die ze lopen bij verstoringen van telecom. Lees hier meer over Telekwetsbaarheid.

Maatregelen telecomaanbieders op hoog niveau

Het inspectierapport naar de stroomstoring in Amsterdam (2017) is aanleiding geweest voor een kosten-batenanalyse van maatregelen ten behoeve van de bereikbaarheid van 112. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat zet in op het bestendigen van de weerbaarheid van de telecomsector én dat de telecomproviders twee uur beschikbaarheid blijven nastreven voor 112 contact bij een stroomstoring.

We vullen onze toezichtstaak in door periodiek onderzoek te doen naar de maatregelen die telecomaanbieders hebben getroffen om de continuïteit te waarborgen. Het beeld dat daaruit naar voren komt over 2018 is dat de telecomaanbieders hun processen rondom de continuïteit van de dienstverlening op hoog niveau hebben ingericht.

Indoordekking: mobiel bereik in gebouwen

Gebouwen worden steeds beter geïsoleerd. Dit is beter voor het klimaat en voor de energierekening, maar niet voor de mobiele bereikbaarheid binnenshuis (indoordekking). Door isolatie van woningen neemt de mobiele bereikbaarheid indoor af als er geen aanvullende maatregelen worden getroffen. Buitenshuis zijn er voor mobiele bereikbaarheid dekkingseisen. Deze eisen gelden niet voor indoordekking.

In grote of complexe gebouwen, zoals stadions, vliegvelden en ziekenhuizen, wordt de indoordekking verbeterd door bijvoorbeeld het bijplaatsen van antennes. Ook verbetert de mobiele bereikbaarheid inpandig als gebouweigenaren en projectontwikkelaars deze al meenemen in de ontwerpfase. In woonhuizen of kleinere gebouwen zijn dergelijke maatregelen vaak niet rendabel. Wel zijn er (betaalde) alternatieven om toch uw mobiel in dergelijke ruimtes te kunnen gebruiken. Denk aan Voice over Wifi en small cells. Het verder verbeteren van de indoordekking is een continue uitdaging waarin Agentschap Telecom graag wil meedenken. 

Veilige antennes

Antennesignalen van wifi, zendmasten en mobiele telefoons zijn overal om ons heen. Inspecteurs van Agentschap Telecom meten jaarlijks of de veldsterkte daarbij niet te hoog is. We meten deze ‘straling’ steekproefsgewijs op verschillende plekken in het land, zoals bij antennes in dorpskernen, stadscentra, bij sportvelden en  schoolpleinen. Dan meten we alle aanwezige antennesignalen van bijvoorbeeld mobiele telefonie, C2000, radio en draadloze televisie.

Bij veldsterkte gaat het om de sterkte van de energie die aanwezig is door de radiogolven van antennes: de sterkte van het elektromagnetisch veld, in de volksmond ‘straling’. Meer informatie over straling? Agentschap Telecom is deelnemer in het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid.

Alle 42 meetrapporten van 2018 staan online. Gemiddeld meten inspecteurs een veldsterkte van 0,5 tot 3 volt per meter. Dat is grofweg tien keer lager dan de strengste blootstellingslimiet die is toegestaan, namelijk 28 volt per meter. De door onze inspecteurs gemeten veldsterkte is dus relatief laag en veilig te noemen.

Normen

Wat betreft gezondheidsnormen gaat de overheid uit van het advies van De Gezondheidsraad. De limiet van maximaal 28 volt per meter helpt opwarming door de energie van elektromagnetische velden voorkomen. Negatieve effecten voor de gezondheid  door opwarming treden pas op als de sterkte van het elektromagnetisch veld ver boven de blootstellingslimieten komt. De limiet geldt voor plekken die toegankelijk zijn voor het algemeen publiek. Voor professionals die werken bij EMV-bronnen gelden minder strenge limieten. Dit laatste is geregeld via de Arbowet.

Bevoegd toezichthouder

Afgelopen jaar werd bekend dat de internationaal gehanteerde limieten voor elektromagnetische straling worden vastgelegd onder de Telecommunicatiewet. Doel is burgers zoveel mogelijk zekerheid bieden dat de elektromagnetische velden binnen de normen blijven, ook als er meerdere antennes zijn in de directe omgeving. Dat Nederland de Europees aanbevolen normen hanteert, stond al in het Nationaal Antennebeleid en het Antenneconvenant. Opname van de ICNIRP-blootstellingslimieten in de Telecommunicatiewet verankert de rol van Agentschap Telecom als bevoegd toezichthouder op elektromagnetische velden (EMV) op plekken die toegankelijk zijn voor het algemeen publiek.

5G-metingen

De huidige normen voor 3G en 4G gelden straks ook voor 5G. Met 5G moet het totaal aan alle elektromagnetische straling nog steeds onder de blootstellingslimieten blijven. Agentschap Telecom houdt dit in de gaten. Eind 2018 is daarom gestart met de voorbereidingen voor metingen bij nieuwe  5G-antennes en -frequenties. Zo kan Agentschap Telecom, voor en na de uitrol van 5G, de samenleving via metingen blijven informeren over de veldsterktes en blootstelling in Nederland. Agentschap Telecom werkt in deze voorbereiding samen met het RIVM. De eerste resultaten van metingen, uitgevoerd bij 5G-testlocaties, worden waarschijnlijk in het tweede kwartaal van 2019 gepubliceerd.

Antennebureau: vraagbaak over zendmasten en 5G

Een onderdeel van Agentschap Telecom is het Antennebureau. Het Antennebureau is namens de Rijksoverheid het informatieloket over antennes en is er voor gemeenten, gebouweigenaren, omwonenden en iedereen met vragen over antennes. Mobiele bereikbaarheid zorgt soms voor een dilemma: in de dagelijkse praktijk willen instellingen, bedrijven en consumenten overal snel mobiel internet. Maar niet iedereen wil een zendmast in de achtertuin, bijvoorbeeld vanwege horizonvervuiling of uit angst voor straling. De informatie van het Antennebureau helpt betrokkenen een afweging te maken. Meer weten over techniek, gezondheid, regelgeving bij antennes? Kijk op www.antennebureau.nl.

5G en spectrumverdeling

Veiling van frequenties mobiele communicatie

Agentschap Telecom is in 2018 doorgegaan met de voorbereidingen op de tweede Multibandveiling. Deze vindt eind 2019 of begin 2020 plaats. We veilen dan vergunningen voor frequentieruimte voor mobiele communicatie in de 700, 1.400 en 2.100 megahertz (MHz) banden. Dat is iets later dan gepland. De reden hiervoor is de recente fusie van T-Mobile en Tele2. 

Deelnemers aan de veiling kunnen een vergunning verkrijgen voor het aanbieden van openbare, elektronische communicatiediensten. Daarmee kunnen zij diensten als mobiele telefonie of mobiel internet aanbieden. Zo’n vergunning heeft een looptijd van twintig jaar. Enkele in de Multibandveiling te verdelen vergunningen bevatten aanvullende eisen met betrekking tot de dekking en minimale datasnelheid. 

Toelichting frequentiebanden

De frequentieruimte in de 700 MHz band (703-733 MHz/758-788 MHz) wordt nu nog gebruikt voor digitale TV. Die toepassing verhuist naar frequenties onder de 700 MHz. De band kan dan in 2020 gebruikt worden voor mobiele communicatie. Dat geldt ook voor de frequentieruimte in de 1.400 MHz band (1.452 – 1.492 MHz). Die is nu niet in gebruik. In de toekomst wordt deze band gebruikt om meer capaciteit te bieden voor het versturen van data van basisstations naar mobieltjes. De 2.100 MHz band is nu al in gebruik door KPN, T-Mobile en VodafoneZiggo. Hun vergunningen lopen af op 31 december 2020 en worden bij de aankomende Multibandveiling opnieuw verdeeld.

5G: de nieuwe generatie mobiele communicatienetwerken

De huidige standaard voor spraak en data (internet, video, games en muziek) is 4G. De opvolger daarvan dient zich al aan: 5G. De ultrasnelle 5G-verbinding brengt in eerste instantie vooral voordelen voor professionele innovaties, zoals procesbesturing, het uitlezen van sensordata en Internet of Things (IoT). 5G heeft een grotere bandbreedte dan zijn voorganger en een zeer lage vertraging (‘latency’). Dat maakt ongekende innovatieve en ’slimme’ toepassingen mogelijk. Denk aan zelfrijdende auto’s, zorg op afstand en smart cities.  

Nederland wil vooroplopen met de ontwikkeling en uitrol van 5G. Om bij te dragen aan die ambitie participeert Agentschap Telecom in het ‘Field Laboratorium 5G’. Daar voeren geïnteresseerde partijen allerlei experimenten met 5G uit. Agentschap Telecom ondersteunt en adviseert hierbij. 

De precisielandbouw kan veel baat hebben bij 5G. Zo kunnen sensoren in de grond realtime informatie leveren over vochtigheid en vruchtbaarheid van de bodem. De boer kan dat gebruiken bij beregening en bemesting van zijn gewassen. Dat levert de boer niet alleen een besparing op, maar de effecten voor het milieu zijn ook gunstig.

Welke frequenties gebruikt 5G?

Op Europees niveau zijn er drie frequentiebanden aangewezen waarin 5G waarschijnlijk gaat worden toegepast: 700 MHz, 3,5 GHz en 26 GHz. De 700 MHz band ligt onder de hamer bij de aankomende Multibandveiling. Na de veiling kunnen de vergunninghouders die band gebruiken voor onder andere 5G. De 3,5 GHz kan daarvoor nog niet benut worden. Nederland gebruikt deze frequenties nu nog voor lokale breedbandnetwerken en de ontvangst van satellietsignalen, waaronder de interceptie van satellietverkeer ten behoeve van de nationale veiligheid. Die laatste toepassingen op het satellietgrondstation in Burum mogen natuurlijk niet verstoord worden. Daarom is afgesproken dat deze band alleen gebruikt mag worden onder de denkbeeldige lijn Amsterdam-Zwolle. Noordelijker dan dat mag niet: daar kan gebruik van de frequenties storing veroorzaken.

Agentschap Telecom heeft de mogelijkheden voor het gebruik van de 3,5 GHz onderzocht voor wat betreft bestaand gebruik en toekomstige migratiescenario’s daarvan. Deze inventarisatie deden we in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het rapport is op 24 december 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden. In de Nota Mobiele Communicatie vindt verdere uitwerking van het uitgiftebeleid plaats.

Ondertussen vinden er veel experimenten op het gebied van 5G in de 3,5 GHz band plaats. Het is een nieuwe techniek, waarbij nog veel is te ontdekken en te innoveren. Als we zeker weten dat de experimenten geen storing veroorzaken op het satellietgrondstation Burum, dan verstrekken we een experimenteervergunning. Dat is tot dusver acht keer gebeurd.

Bewust verstoren van frequenties mobiele communicatie

Het gebruik van drones vormt steeds vaker een bedreiging voor de veiligheid. Zo moest het vliegveld Gatwick in het Verenigd Koninkrijk tijdelijk sluiten, omdat er drones actief waren. Het gebruik van drones kan worden voorkomen door bewust het ethergebruik te verstoren. Op die manier kunnen drones niet meer bestuurd worden. Op afgelegen locaties worden de mogelijkheden hiertoe al getest. Maar verstoring van de ether kan en mag niet zomaar, aangezien dit bijvoorbeeld ook een nadelig effect op ander, normaal gebruik van het spectrum heeft. Agentschap Telecom is daarom betrokken bij formuleren van aanvullende regelgeving voor het bestrijden van het gebruik van drones om de bedreiging voor de veiligheid te voorkomen.

Aan de ene kant hebben we dus het bewust verstoren van mobiele communicatie vanwege veiligheid of andere goede bedoelingen. Aan de andere kant zijn er ook mensen die met verkeerde intenties de ether verstoren, bijvoorbeeld door jammers te gebruiken. In 2018 zijn er in totaal 158 meldingen van stoorklachten van mobiele operators geregistreerd. Daarvan waren 59 bestuursrechtelijke zaken en 99 strafrechtelijke zaken.

Jammers

Jammers zijn apparaten die bedoeld zijn om radioverkeer onmogelijk te maken. Het kan dan gaan om mobiele telefonie, maar ook bijvoorbeeld GPS of Wifi. Het gebruik van jammers is illegaal. Agentschap Telecom bestrijdt het gebruik van en de handel in jammers. Dat doen we niet alleen, maar in samenwerking met onder andere Douane en politie. Zo weren we jammers aan de grens en trainen we politieagenten om jammers te herkennen voor beslaglegging. De laatste tijd zien we minder jammers via de Nederlandse post en koeriers binnenkomen. Het aantal in beslag genomen jammers neemt helaas nog niet af.

We werken ook met de politie samen – en met het Openbaar Ministerie en gemeenten– om het illegaal ethergebruik door etherpiraten in de omroepbanden aan te pakken. In 2018 concentreerde het toezicht zich op de overgebleven harde kern van deze illegale ethergebruikers. Hierbij sloten ook andere organisaties en bedrijven zich aan die grote overlast ervaren, om de ernstig ondermijnende activiteiten van de harde kern gezamenlijk een halt toe te roepen.

Een legaal alternatief voor deze vorm van illegaal ethergebruik, is het hebben van een vergunning voor een tijdelijke evenementenzender. Vooral tijdens feestdagen zijn dit soort vergunningen populair. Uit inspecties die we uitvoeren bij evenementenzenders blijkt echter dat nog driekwart van deze vergunningshouders een of meerdere overtredingen begaat, zoals het overschrijden van het zendvermogen. In veel gevallen blijkt sprake te zijn van het bewust overtreden van de regels. Dit roept de vraag op in hoeverre de uitgifte van vergunningen voor tijdelijke evenementenzenders in deze vorm kan blijven bestaan.

Landmobiel

Er is groep frequentiegebruikers in Nederland die hun eigen netwerk heeft. Dit zijn bijvoorbeeld grote bedrijven in de industrie en het MKB. We noemen hen landmobiele vergunninghouders. Agentschap Telecom houdt toezicht met als doel dat zij ongestoord hun frequenties kunnen gebruiken, om zo bij te dragen aan de continuïteit en veiligheid van hun bedrijfsproces. In 2018 blijkt uit inspecties opnieuw dat een groot deel van de landmobiele markt niet bekend is met de geldende regels en deze dus ook niet naleven. Vaak besteden bedrijven de radiotechnische kennis over de frequenties volledig uit aan derden. In 2018 was er bij de eerste inspectie sprake van 80% niet-naleving. Dit is in lijn met eerdere jaren. Na de herinspecties zien we dat driekwart van de geïnspecteerde bedrijven de eerdere overtreding(en) ongedaan maakt. Nalevingstoezicht leidt hier dus tot een grote bereidheid om het gedrag aan te passen en te voldoen aan regelgeving. Maar liever komen we aan de voorkant van de problemen door eerder in gesprek te gaan met leveranciers of installateurs van de apparatuur en ook de vergunninghouder te wijzen op het belang van goed opdrachtgeverschap. Het doel is om vooraf het juiste naleefgedrag te stimuleren en daarmee bij te dragen aan de veiligheid en continuïteit van bedrijfsprocessen.

Telekwetsbaarheid

Iedereen gebruikt het: telecommunicatie. Door telecom werken we beter en efficiënter. Maar er is ook een keerzijde: de afhankelijkheid groeit. De grote afhankelijk en de ‘het zit allemaal wel goed’-gedachte kunnen grote gevolgen hebben bij een stroomstoring of cyberaanval. Gelukkig zien steeds meer organisaties het belang van een goede voorbereiding op een uitval van telecom. Want hoewel Nederland een van de meest betrouwbare telecomvoorzieningen ter wereld heeft, kan het ook in ons land gebeuren dat de telecommunicatie uitvalt. En dan?

Het programma Telekwetsbaarheid helpt organisaties maatregelen te treffen tegen de gevolgen van telecomuitval. Met praktische instrumenten – denk aan een stappenplan en checklists – ontdekken organisaties waar de risico’s van telecomuitval liggen en de manieren waarop ze deze kunnen beperken.

Pilotprojecten

Leren van de sector, leren met de sector en kennis opdoen: dat waren de redenen voor het uitvoeren van pilotprojecten bij organisaties uit verschillende sectoren. Het hogere doel was na te gaan hoe we de hele sector weerbaar maken tegen uitval van telecom. In 2018 zijn pilotprojecten afgerond in de sectoren zorg, procesindustrie, energie en transport & logistiek. Meer weten? Bekijk de projecten op onze website.

Vijfstappenplan Uitval Telecom

Samen met de pilotorganisaties ontwikkelde Agentschap Telecom het vijfstappenplan Uitval Telecom. De eerste stap gaat over bewustwording creëren in de organisatie, want beseffen we wel hoe groot de gevolgen van telecomuitval zijn? Door de verdere stappen van de handleiding te volgen, maakt de organisatie zich weerbaar tegen een uitval van telecommunicatie.

Doe de Quickscan
In 2018 werd de Quickscan Uitval Telecom ontwikkeld. Na het invullen van de quickscan weten organisaties hoe goed ze zijn voorbereid op uitval van telecom en wat ze kunnen doen om zich nog beter voor te bereiden. Agentschap Telecom gebruikt de quickscan ook om inzicht te krijgen in de staat van weerbaarheid van organisaties in Nederland en als benchmark voor verschillende sectoren. Weten hoe uw organisatie ervoor staat? Doe zelf de Quickscan!

Handige toolkit

Agentschap Telecom ontwikkelde ook de toolkit Uitval Telecom. De kit bevat praktische instrumenten om risico’s te ontdekken en de gevolgen van een uitval te beperken. Van eenvoudige checklists om te snel zien waar de belangrijkste risico’s liggen, tot software waarmee organisaties helemaal klaar zijn voor de toekomst. Zowel grote als kleine organisaties kunnen de instrumenten uit de toolkit gebruiken. Dat kan nu al, maar samen met brancheorganisaties zijn we volop bezig de aanpak en de instrumenten op maat te maken voor verschillende branches.

Serious game voor gemeenten

Het is leuker dan een presentatie, training of workshop, maar minstens zo effectief: de serious game Uitval van Telecom. Het spelen van het spel laat de risico’s en gevolgen zien van een telecomuitval binnen de eigen gemeentelijke organisatie. Want hoe registreer je aangiften van geboortes zonder telecom? Eind 2018 had gemeente IJsselstein de primeur. In 2019 stellen we de serious game beschikbaar voor alle gemeenten.

Een succesvol symposium

Het symposium ‘Opstap naar Weerbaarheid in een digitale samenleving’ in november 2018 was een mijlpaal van het programma Telekwetsbaarheid. Met ruim 120 aanwezigen uit verschillende branches en een grote verscheidenheid aan organisaties, was het symposium een groot succes. Het symposium gaf een extra impuls aan brancheorganisaties om met onze instrumenten aan de slag te gaan.

Het onderwerp Telekwetsbaarheid werd door het symposium definitief op de kaart gezet. In 2019 gaat Agentschap Telecom door op de ingeslagen weg. Net als in 2018, zoeken we ook dit jaar weer de samenwerking op met brancheorganisaties en kennisinstituten, om zo telekwetsbaarheid onder de aandacht te brengen bij hun achterban. 

Etherruis door apparatuur

Etherruis

Je ziet het niet, maar het is er wel: etherruis. Etherruis wordt veroorzaakt door elektrische apparaten die ongewenste signalen ‘lekken’. Etherruis, of man-made-noise, is overal en blijft hangen. Daardoor ‘slibt’ de ether dicht. Dat kan er toe leiden dat mobiele telefoons hun signaal niet meer goed kunnen ontvangen, dat de ontvangst van radiostations verslechtert of dat navigatie- of radarsystemen verstoord raken. Onze huidige samenleving kan zich dat niet permitteren, want er zijn inmiddels heel veel apparaten die gebruik maken van etherfrequenties. En met de komst van het Internet of Things worden dat er alleen maar meer. 

Denk aan de CE-markering

Het zijn vooral ondeugdelijke apparaten die etherruis veroorzaken. Agentschap Telecom adviseert daarom bij aanschaf van producten nadrukkelijk rekening te houden met de CE-markering.

Wat is een CE-markering?

De CE-markering is een verklaring van de fabrikant dat zijn apparaat voldoet aan de geldende Europese richtlijnen. Daarmee is de apparatuur vrij verhandelbaar in de gehele Europese Economische Ruimte (EER). Importeurs en distributeurs moeten controleren of de markering aanwezig is. De CE-sticker op het apparaat zegt echter niets over de kwaliteit van het product.

De Algemene Rekenkamer constateerde in 2017 dat niet iedere burger bekend is met de CE-markering. Daarom hebben de betrokken toezichthouders in 2018 samengewerkt aan de bekendheid daarvan. Agentschap Telecom deed dat onder andere door bij openbaarmaking van onderzoeken met nadruk te wijzen op de CE-conformiteit van de onderzochte apparaten. Agentschap Telecom is ook coördinator van ICSMS voor de promotie van het gebruik van CE-markering door toezichthouders. ICSMS (Information and Communication System on Market Surveillance) is een IT-platform om de communicatie tussen markttoezichtinstanties in de EU, Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein te vergemakkelijken. Het deelt snel en efficiënt informatie over niet-conforme producten, vermijdt dubbel werk en versnelt het verwijderen van storende of onveilige producten van de markt. 

Storende vijverpompen

In het najaar van 2018 heeft Agentschap Telecom moeten ingrijpen bij een aanbieder van vijverpompen. Een bepaald type vijverpomp bleek niet te voldoen aan de administratieve en technische eisen voor veilig gebruik. Daardoor konden de pompen maritieme communicatie, statische meters, XDSL en radiozendamateurs verstoren. Na een signaal van het agentschap ondernam de fabrikant direct de noodzakelijke acties. De fabrikant paste de pompen technisch aan en bracht de documentatie op orde. Met een omruilactie in de eerste maanden van 2019 konden alle fouten pompen gratis vervangen worden.

Ledverlichting

Ondeugdelijke omvormers in ledverlichting bleken ook ongewenste signalen te ‘lekken’. Die zorgden ervoor dat andere elektrische apparatuur minder goed functioneerde. De meeste huishoudens in Nederland hebben wel een of meerdere ledlampen in huis. Daarom startte Agentschap Telecom in 2018 een onderzoek naar de kwaliteit van 50 verschillende merken ledlampen. De resultaten van dat onderzoek worden in de eerste helft van 2019 verwacht.

Het belang van deskundige installateurs

Agentschap Telecom ziet een groeiende rol voor de deskundige installateur in het terugdringen van etherruis, zelfs al heeft de installateur niet altijd een wettelijke verplichting. In 2019 gaan we in diverse werkgebieden aandacht besteden aan de installateur, om hem te stimuleren zijn rol als kwaliteitsbewaker verder in te vullen. Zijn deskundigheid zorgt ervoor dat kleine en grote installaties goed en veilig geïnstalleerd worden. Zowel bij het deskundig inbouwen van ledverlichting in een particuliere woning, als bij professionele installatie van een park met zonnepanelen.

Apparatuur op het water

Ook de maritieme sector kan hinder ondervinden van ruis op frequenties. De sector kan die ruis onbedoeld zelf veroorzaken en kan last hebben van verstoringen vanuit de omgeving. Als dat gebeurt, verliest de marifoon bijvoorbeeld bereik of kan het schip cruciale informatie missen voor navigatie. De professionele vaart heeft altijd een zender met een automatisch identificatie systeem (AIS) aan boord. Bij juiste instelling, installatie en gebruik geeft dat systeem continu informatie aan de omgeving over positie, diepgang, snelheid en identiteit. Het maakt varen veilig. In 2019 voert Agentschap Telecom samen met andere partners campagne voor juiste installatie, programmering en gebruik van AIS. Zo houden we de vaart veilig verbonden.

De ruimte future-proof

Navigatie in auto’s, bellen met een smartphone, applicaties downloaden, televisie kijken en geld opnemen: veel dingen die we doen, danken we aan satellieten. En we worden ook steeds afhankelijker van die satellieten.

Agentschap Telecom faciliteert voor satellietaanbieders de toegang tot de ruimte voor Nederland. Dit doen we op basis van de Wet Ruimtevaartactiviteiten door de afgifte van vergunningen voor het verrichten van ruimtevaartactiviteiten, het verlenen van frequentierechten en het regelen van baanposities. Ook zetten we ons in voor het duurzaam gebruik van de ruimte en voor veilige en betrouwbare Nederlandse satelliettoepassingen.

Ruimtetechnologieën hebben veel spin-off-toepassingen die het leven op aarde aanzienlijk verbeteren. Denk aan recyclingtechnieken, computertechnologie en miniatuurelektronica. Voorbeelden van producten die hun bestaan danken aan de ruimtevaart zijn zonnepanelen, smartphone camera’s, reddingdekens, rookmelders en airco’s in de auto.

Ruimteafval als gevaar

Het wordt steeds belangrijker om satellietcommunicatie te beschermen tegen natuurlijke en niet-natuurlijke bedreigingen. Denk bij niet-natuurlijke bedreigingen aan bijvoorbeeld technische storingen en hacking, maar ook aan ruimteafval! Voorbeelden van ruimteafval zijn afgebladderde stukjes verf of defecte satellieten. In de ruimte zweven naar schatting enkele honderden miljoenen stukjes ruimteafval rond. Met vele kilometers per seconde bewegen deze zich voort in de ruimte. Het allerkleinste stukje afval kan een gevaarlijk projectiel vormen en elke botsing tussen deze projectielen maakt de hoeveelheid ruimteafval alleen maar groter.

Hoe komt het dat er steeds meer ruimteafval is?
De wereldwijde toename van het aantal satellietinitiatieven en lanceermogelijkheden, leidt tot een stijging van het aantal satellieten en raketonderdelen in de ruimte. Door de toenemende internationale privatisering in de ruimtevaartsector lanceren nu ook private partijen zoals SpaceX satellieten in de ruimte. Het lanceren van satellieten is dus niet meer alleen voorbehouden aan overheidspartijen, zoals ESA en NASA.

Tegelijkertijd worden veel satellieten en raketonderdelen niet meer gebruikt. Deze blijven wel achter in de ruimte, aangezien niet al het materiaal verbrandt in de dampkring. Volgens cijfers van ESA is de totale massa van alle ruimteobjecten in de baan om de aarde meer dan 8,4 miljoen kilo. 8.950 satellieten zijn sinds 1957 in een baan om de aarde geplaatst. Daarvan zijn er op het moment nog ongeveer 5.000 in de ruimte. Minder dan de helft van deze 5.000 satellieten (1.950 satellieten) functioneert nog. De laatste schatting is dat er 128 miljoen objecten van 1 mm tot 1 cm, 900.000 objecten van 1 cm tot 10 cm en 34.000 objecten van meer dan 10 cm aan ruimteafval bestaat. 

Acties voor een schonere kosmos

Agentschap Telecom werkt aan een schonere kosmos. Wij willen dat kleine Nederlandse satellieten in de lage aardbaan (de baan om de aarde tot 2.000 kilometer boven het aardoppervlak) niet onnodig lang in de ruimte blijven. De lanceerhoogte moet zoveel mogelijk in lijn zijn met de missieduur. Dat lijkt logisch, maar door de huidige schaarste aan lanceercapaciteit worden kleine satellieten vaak in een te hoge baan geplaatst. De satellieten blijven hierdoor nog jaren na de missie als ruimteafval bestaan, totdat ze uiteindelijk volledig verbranden in de dampkring. 

Satellieten in de lage aardbaan moeten 25 jaar na de operationele duur volledig verbrand zijn in de atmosfeer. Dat schrijven de internationale richtlijnen voor het verminderen van ruimteafval van de Inter-Agency Space Debris Coordination Committee (IADC) voor. IADC is een intergouvernementeel forum dat tot doel heeft om tot een gecoördineerde aanpak te komen bij het verminderen van ruimteschroot. Agentschap Telecom gaat een stap verder. Wij hanteren als eis richting de vergunninghouders dat hun satellieten in de lage aardbaan uiterlijk 25 jaar na lancering volledig verbrand moeten zijn. Hiermee borgen we duurzaam gebruik van de ruimte in de lage aardbaan. Nederlandse satellietoperators steunen deze eis. Nederland is hiermee de eerste lidstaat die deze IADC-richtlijnen strenger hanteert.

Inmiddels zijn een aantal partijen, zoals het Nederlandse bedrijf ISISpace BV en de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, de strijd aangegaan met het rondzwevend puin. Zij ontwikkelen manieren om ruimteafval op te ruimen. De initiatieven zitten nog in een experimentele fase.

Nederlands succes bij duurzaam gebruik van de ruimte

Agentschap Telecom neemt namens Nederland actief deel aan de VN-werkgroep die richtlijnen opstelt voor het verbeteren van het duurzaam gebruik in de ruimte. Een belangrijk succes van de Nederlandse delegatie is dat er internationaal consensus is bereikt over een voorgestelde richtlijn. De richtlijn beveelt lidstaten aan de verblijfsduur van kleine satellieten in de lage aardbaan zo kort mogelijk te houden. Deze richtlijn is één van de 21 richtlijnen waarover internationaal akkoord is bereikt. Over negen conceptrichtlijnen is nog discussie. De verwachting is dat de VN-werkgroep eind 2021 overeenstemming over alle richtlijnen bereikt, en dat ze de richtlijnen dan vaststellen in de vorm van een compendium. 

Nederland hecht veel waarde aan het borgen van duurzaam gebruik van de ruimte voor huidige en toekomstige ruimtevaartoepassingen. We steunen daarom internationale initiatieven op dit gebied. Het verminderen van ruimteafval staat hoog op de agenda. Nederland wil graag dat andere landen dit voorbeeld volgen.

Agentschap Telecom helpt mee aan een IoT-satellietnetwerk  

Via satellieten kunnen ook Internet of Things-diensten worden aangeboden. Een voorbeeld: het is mogelijk om scheepscontainers over alle wereldzeeën te volgen, evenals de inhoud van de containers, zoals de temperatuur van verse producten. Een dergelijk IoT-netwerk is een nieuw concept, waarbij satellieten zorgen voor een wereldwijde dekking. Ter vergelijking: mobiele netwerken dekken slechts een klein deel van het totale aardoppervlak. Met IoT-satellietnetwerken is dus veel meer mogelijk.

In 2018 heeft Agentschap Telecom een vergunning verleend aan Hiber. Hiermee werd de Amsterdamse startup de vijfde vergunninghouder binnen de Wet Ruimtevaartactiviteiten. Dankzij deze vergunning mag Hiber vanuit het grondstation in Delft satellieten tot 2.000 km boven het aardoppervlak beheren. Op 29 november 2018 lanceerde Hiber met succes zijn eerste satelliet vanuit India. Het bedrijf SpaceX zorgde op 3 december 2018 voor de succesvolle lancering van de tweede satelliet. De komende jaren zal Hiber nog tientallen satellieten lanceren om een wereldwijd IoT-netwerk te realiseren.

Het aantal satellieten dat per 31 december 2018 onder de Wet Ruimtevaartactiviteiten valt bedraagt 16.

Alle ruimte voor luchtvaart

De luchtvaart maakt veel gebruik van radiofrequenties. De luchtverkeersleiding gebruikt het bijvoorbeeld voor de begeleiding van de vliegtuigen tijdens het stijgen of landen. En ook tijdens de vlucht verloopt de communicatie van de piloten met de luchtverkeersleidingscentra op de grond via frequenties. De Very High Frequency (VHF) apparatuur maakte altijd gebruik van 25 kHz kanaalbreedte. Dit is veranderd in 8,33 kHz. Daardoor ontstonden 5.500 extra communicatiekanalen in Europa. En dat was nodig ook, want er was sprake van schaarste in het spectrum en de luchtvaartcommunicatie dreigde in het nauw te komen. Deze verandering, die voortkomt uit een EU-besluit, moest voor 1 januari 2019 gerealiseerd zijn. Dit is Nederland als eerste land gelukt.

Invoering nieuw raster

Door de toename van het vliegverkeer stijgt ook de vraag naar frequenties. Doordat frequenties schaars zijn, moeten vliegtuigen soms lang boven een luchthaven cirkelen om met het grondstation de landing in te zetten. Met de invoering van het nieuwe raster heeft Europa de beschikbare frequentieruimte vergroot. Agentschap Telecom verzorgt de nationale planning en de coördinatie van de frequenties voor communicatie en navigatie in de luchtvaart en is daarmee verantwoordelijk voor de invoering van het raster in Nederland.

Extra kanalen

In 2018 heeft het agentschap het laatste tracé van de 8,33 kHz omgezet. Alle grondstations die nog niet omgestemd waren, zijn daarvoor aangeschreven. Met het invoeren van het nieuwe raster ziet het agentschap nu al dat er weer ruimte vrijkomt. Waar we twee jaar geleden geen frequentieruimte meer konden uitgeven, zijn er nu voor iedere aanvraag meerdere kanalen beschikbaar.

Omdat Nederland nu klaar is, heeft het agentschap de toekomstplannen voor uitbreiding van vliegveld Lelystad al kunnen faciliteren met de uitgifte van een twintigtal frequenties voor grondstations.

Naast de professionele luchtvaart zet ook de recreatieve luchtvaart communicatieapparatuur in. Ook zij zijn verplicht om alleen nog gebruik te maken van 8,33 kHz-kanalen. In 2018 bezocht het agentschap onder andere een festival voor luchtballonnen. Daaruit bleek dat ook de ballonvaart de nieuwe kanalen voor radiocommunicatie gebruikt. Wel geven de ballonvaarders aan dat het lastig wennen is aan de nieuwe kanaalbenamingen, en om aan de communicatieapparatuur te zien wat nu het nieuwe en wat nu het oude raster is. Gebruikt men het oude raster, dan worden naastgelegen kanalen gestoord. Agentschap Telecom ziet toe op een goed gebruik van de luchtvaartbanden, waarbij we ons in deze fase voornamelijk richten op voorlichting.

Global Navigation Satellite System

In Nederland gebruikt een aantal luchthavens het Global Navigation Satellite System (GNSS) als primair systeem voor ondersteuning van de piloot bij het stijgen en landen. Ook Schiphol wil gebruik maken van GNSS. Voordat het zover is, moet er eerst onderzocht worden of dat veilig kan gebeuren. Daarom startte Agentschap Telecom in 2017, samen met de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), een onderzoek naar het gebruik van GNSS-frequenties in de omgeving van Schiphol. Dit doorlopende onderzoek richt zich op eventuele verstoringen (en hun bron) in de frequentieband waarin de navigatiesatellieten uitzenden. De onderzoeksresultaten uit 2018 wijken niet af van de resultaten uit 2017. Er is nog steeds sprake van lichte verstoring als gevolg van bijvoorbeeld jammers, GNSS repeaters en etherruis. Het is niet duidelijk of vliegtuigen hiervan hinder gaan ondervinden. Nader onderzoek zal daar duidelijkheid over moeten geven. De luchtvaartsector pakt dat op. 

Telekwetsbaarheid in de luchtvaart

Ook binnen de luchtvaart ontstaat een steeds hogere afhankelijkheid van communicatie, automatisering en digitalisering. Incidenteel vallen systemen uit, waardoor er niet meer gevlogen kan worden. Zo was er in april 2018 een grote storing bij Eurocontrol toen het vluchtmanagementsysteem uitviel. In juli had Belgocontrol een probleem met de data van de vluchtgegevens. En op 15 augustus is er een storing in het communicatiesysteem van Luchtverkeersleiding Nederland geweest.

Verstoringen in de luchtvaartband

In 2018 zijn 22 meldingen binnengekomen van (ver)storingen in de luchtvaartband. Negen keer werd in de cockpit muziek waargenomen en acht keer betrof het een andere verstoring van luchtvaartfrequenties. De storingen zijn over het algemeen van korte duur, omdat de vliegtuigen snel overvliegen. Maar ze zijn niet minder ernstig, omdat het hier om kanalen voor noodcommunicatie gaat. Iedere seconde kan dan tellen.

Focus op veiligheid en identiteit op het water

Goedwerkende maritieme radioapparatuur draagt bij aan een vlotte doorvaart en daarmee de veiligheid op het water. Agentschap Telecom houdt toezicht op het gebruik van deze apparatuur en stelt hieraan voorwaarden.

AIS bevordert veiligheid en herkenbaarheid op vaarwegen

De veiligheid op de vaarwegen vergroten, een betere afstemming van de brug- en sluisbediening en een ligplaatstoewijzing op basis van het Automatic Identification System (AIS). Deze voordelen maken AIS een onderdeel van een efficiënte bedrijfsvoering. Agentschap Telecom stimuleert het juiste gebruik van AIS, maar signaleert dat identificatiegegevens, zoals callsign en MMSI-nummer, vaak verkeerd geprogrammeerd zijn.

Daarom richtte het agentschap in 2018 een overleggroep op samen met Port of Rotterdam, Port of Amsterdam, Bureau Telematica Binnenvaart, BLN Schuttevaer, Federatie Varend Erfgoed Nederland en Rijkswaterstaat. Gezamenlijk kijken we naar de knelpunten die de binnenvaart heeft aangegeven en vervolgens of en hoe we deze kunnen oplossen.

Daarnaast controleerden we in 2018 verschillende typen AIS-transponders. Daarbij is onderzocht of externe bronnen de transponders kunnen beïnvloeden. Medio 2019 publiceren we de resultaten van dit onderzoek.

Voordelen nieuw systeem VDES in zicht

Het VHF Data Exchange System (VDES) bestaat uit een combinatie van satellietcommunicatie en VHF communicatiekanalen. De Very High Frequency (VHF) kanalen zorgen voor een snelle data uitwisseling. Voordelen? Zeker: schepen varen een efficiëntere koers, aankomst- en vertrektijden worden beter afgestemd en een schip ligt niet langer in de haven dan noodzakelijk. Toch kan het nu tot onveilige situaties leiden.

Tijdens de World Radiocommunication Conference in 2015 (WRC-15) stemden de lidstaten in met het toewijzen van een aantal VHF kanalen voor het gebruik van VDES, maar er werd nog geen overeenstemming bereikt over de zogenaamde ‘satellietcomponent’. Veel landen, waaronder Nederland, hebben daarom de nieuwe VHF kanaalindeling nog niet doorgevoerd. Daarentegen zien we wel dat buitenlandse schepen de nieuwe VDES marifoon programmering al gebruiken. Dit verschil in gebruik kan tot gevaarlijke situaties leiden. Zo kan een zeeschip de haven binnenvaren, maar kan deze niet communiceren met het havenbedrijf. Problemen ontstaan vooral bij het aanroepen van de Schelde-Radarketen, de verkeerscentrales en radarposten in het Scheldegebied. Internationaal is er aandacht voor dit probleem. Tot die tijd gebruiken loodsen portofoons aan boord van de betreffende zeeschepen, maar dit is slechts een noodoplossing.  

Hernieuwing wereldwijd veiligheidssysteem

Het Global Maritime Distress and Safety System (GMDSS) is een wereldwijd nood-, spoed- en veiligheidssysteem voor alle scheepvaart op zee. Door een stijging in de vraag, wordt het systeem nu na 30 jaar hernieuwd. Er komt mogelijk een tweede GMDSS-satellietprovider bij, genaamd Iridium. Dit levert niet alleen meer bandbreedte, hogere snelheden en betere verbindingen op, maar door de concurrentie ook lagere prijzen. Daarnaast worden bestaande regels aangepast en is er mogelijk nieuwe apparatuur nodig. Dit heeft gevolgen voor de schippers; waarschijnlijk komen er andere examens, andere eisen voor certificaten en andere apparatuur aan boord. Het agentschap denkt en beslist op internationaal niveau mee over de benodigde frequenties voor dit systeem.

Stoorbronnen en scheepvaartcommunicatie

De scheepvaart gebruikt gevoelige apparatuur. Daardoor hebben externe stoorbronnen net even wat meer invloed op de communicatie in de maritieme sector. Het agentschap constateert dat de problemen in de HF en de VHF frequentiebanden toenemen. De veroorzakers van de storingen zijn bijvoorbeeld ledverlichting of elektronische apparaten. Hier houden we toezicht op en we handhaven waar nodig.

Heeft een schipper tijdelijk geen verbinding? Dat valt vaak niet op. Maar denk eens aan het aanroepen van iemand, of een noodsituatie: dan is een goede verbinding cruciaal.

Handel in radioregistraties

Recent zijn er vragen opgekomen over schepen die een Nederlandse registratie hebben voor het gebruik van frequentieruimte, terwijl die schepen en de eigenaren daarvan geen enkele band met Nederland hebben. Een Nederlandse registratie voor het gebruik van frequentieruimte is in die gevallen onwenselijk en in strijd met internationale afspraken.

In Nederland heeft een aantal bedrijven een groot aantal registraties op naam staan. Er zijn drie bedrijven met meer dan 50 registraties, die deze registraties verhandelen. Eén heeft zelfs meer dan 1.580 registraties op naam staan. De ‘doorverkoop’ van registraties kan tot problemen leiden. Een voorbeeld is het schip Lifeline, dat in de zomer van 2018 in het nieuws kwam in het kader van de migrantenstroom over de Middellandse zee. Het was onduidelijk uit welk land dit schip kwam, omdat het een Nederlandse radioroepnaam had. Daardoor dachten betrokken autoriteiten dat het een Nederlands schip was, maar dit was niet het geval. Vanzelfsprekend is zulke onduidelijkheid ongewenst.

Op initiatief van Agentschap Telecom werkt het ministerie van EZK aan aanpassing van de ‘Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015’, zodat deze meer in lijn is met de internationale afspraken. Ook moet deze aanpassing voorkomen dat gebruik wordt gemaakt van een Nederlandse registratie voor het gebruik van frequentieruimte als de schepen en/of hun eigenaren geen band hebben met Nederland. In de regeling worden de eisen voor registratie aangescherpt. Een Nederlands bedrijf moet dan bijvoorbeeld aantonen dat het ook de eigenaar van het schip is.

De luisterende oren in onze ether

De trend van voorgaande jaren zet door: we zien meer en meer ongewenst gedrag in het amateurradioverkeer, met name op de landelijke repeaterstations. Dit ongewenste gedrag roept vragen op over het radiozendamateurisme in het algemeen. En vanuit de amateurwereld leidt het tot de vraag om meer toezicht vanuit Agentschap Telecom.

Experimenten met repeaters

Een geregistreerd zendamateur mag uitzenden op vastgestelde frequentiebanden. In deze amateurbanden verleent Agentschap Telecom vergunningen voor experimenten, zoals voor experimenten met repeaters. Met een repeater kan een radiozendamateur over veel grotere afstanden rechtstreekse verbindingen realiseren.

Toezicht op gebruik repeaterstations

In 2018 nam het aantal misdragingen op de landelijke repeaterstations toe. Voornamelijk de landelijke repeater PI2NOS lijdt hieronder. Het misbruik van de repeater komt niet alleen van personen zonder licentie (intruders), maar ook van geregistreerde zendamateurs. Het toenemend aantal intruders en het amateuronwaardige gedrag van een beperkte groep zendamateurs zijn een risico voor het succes en de bruikbaarheid van repeaterstations.

Agentschap Telecom heeft in de afgelopen maanden meegeluisterd en onderzoek gedaan naar de misdragingen. Maar het is moeilijk om hier iets aan te doen. De uitzendingen komen namelijk vanuit het hele land en zijn meestal te kort om te peilen. In goed overleg is besloten om de repeater PI2NOS ‘openingstijden’ te geven, om zo de beschikbaarheid te beperken en de misdragingen de kop in te drukken.

Daarnaast hebben we een meldpunt geopend. Hier melden zendamateurs waar, wanneer en hoe er intruders op de Nederlandse repeaters worden waargenomen. Met deze informatie kan Agentschap Telecom gericht onderzoek doen, met het uiteindelijke doel om intruders uit de band te weren.

Ontdekken van storende apparatuur

De oorzaak van storingen is vaak ongewenste uitstraling van apparatuur, bijvoorbeeld etherruis. Het gevolg? Slecht werkende draadloze verbindingen. Radiozendamateurs ontdekken de storingen vaak als eerste en geven deze actief aan ons door.

Etherruis is een probleem voor het gehele spectrum. Het vermindert de bruikbaarheid, dus iedereen is gebaat bij een oplossing. We willen toch allemaal dat over een paar jaar de wifi thuis nog werkt? De verminderde bruikbaarheid speelt vooral in de korte golf en het lagere VHF-gebied tot 150 MHz. Agentschap telecom focust zich niet alleen op de ruis buiten, maar ook binnenshuis.

Storingsmeldingen

In 2018 zijn 95 storingsmeldingen binnen gekomen van zendamateurs. 61 hiervan hadden een F (Full) vergunning. 34 een N (Novice) vergunning.

Let’s get digital

Bij de omroepen is de afgelopen jaren veel veranderd. Digitalisering, veranderd kijk- en luistergedrag en nieuwe kanalen hebben geresulteerd in een heel nieuw speelveld.

Trends in digitale radio

Nederlanders luisteren muziek via verschillende digitale kanalen waarop reguliere radioprogramma’s ontvangen kunnen worden. Denk aan DAB, kabeltelevisie, IP- of internetradio. Maar Nederlanders maken ook steeds meer gebruik van on-demand-diensten als Spotify en YouTube. De mogelijkheden om digitaal muziek te luisteren nemen toe, het aantal FM-luisteraars af en het gebruik van DAB+ groeit.  

Vanuit Europa is de steun voor DAB+ groot: zo heeft het Europees Parlement eind 2018 besloten dat over een paar jaar alle nieuwe auto’s die in Europa verkocht worden, standaard digitale radio moeten kunnen ontvangen.

Taskforce en toekomstig aanbod DAB+ 

Een Taskforce, opgericht door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, heeft zich in 2018 gebogen over de vraag hoe het digitale spectrum voor DAB+ radio efficiënter kan worden ingedeeld. Deze herindeling moet leiden tot een betere aansluiting op de wensen van de radiomarkt en tot een ruimer aanbod van DAB+-zenders voor de luisteraar. Uniek aan de Taskforce is dat bijna de hele omroepsector aan tafel zit. Dit biedt kansen om samen toe te werken naar een breed gedragen akkoord en een ruimer aanbod van DAB+ in de toekomst. Het voorkeursscenario van de Taskforce leidt ertoe dat de frequentierechten van Nederland aangepast moeten worden.

Relatie met de radiosector 

Agentschap Telecom hecht aan een goede relatie met de omroepsector. Daarom is het agentschap met alle betrokken partijen in gesprek. Dit heeft nog niet tot die gewenste goede relatie geleid. Eind 2018 is daarover een motie ingediend door Kamerleden Weverling en Sjoerdsma. Hierin wordt het agentschap gevraagd te komen tot een dialoog met de relevante marktpartijen om de relatie tussen de radiosector en Agentschap Telecom te verbeteren. Voor het agentschap is dat een belangrijk speerpunt in 2019.

Van richtlijn naar realisatie

We graven volop in de drukke ondergrond van Nederland. Dat leidt te vaak tot vermijdbare schades, met grote gevolgen voor telecommunicatie, elektriciteit, gas of water en soms ook voor het milieu en de veiligheid. De graafsector heeft zichzelf opgelegd niet meer dan 25.000 schades te veroorzaken in 2018. Het aantal graafschades is in 2018 echter uitgekomen op 41.018. Ten opzichte van 2017 (33.383 schades) is sprake van een absolute, maar helaas ook van een lichte relatieve stijging.

De oorzaak van dit hoge aantal graafschades ligt in elk geval aan de toename van het aantal graafbewegingen met zo’n 76.000. Een andere oorzaak is dat schades aan huisaansluitingen nu een wettelijk onderdeel vormen van de schaderapportages van de netbeheerders.

Wat de oorzaak ook is; deze cijfers zijn teleurstellend te noemen. In 2016 is de graafketen door middel van Code Oranje gewaarschuwd: de doelstelling van de graafketen zelf om minder dan 25.000 graafschades in 2018 te veroorzaken wordt niet gehaald  zonder extra inspanningen. Het uitblijven van zowel een absolute als een relatieve daling van de schadecijfers laat dit duidelijk zien. Dat moet dus voor de graafketen het signaal zijn dat de eigen richtlijn CROW 500 snel geïmplementeerd moet worden. De keten moet daarbij met volle overtuiging en inspanning werken aan een zorgvuldig graafproces.

Agentschap Telecom blijft vertrouwen schenken in de veranderkracht van de sector om het zorgvuldig graven in de keten te borgen. We blijven initiatieven zien om de CROW te vertalen in de praktijk, zoals door de sector georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten en in de eerste administratieve controles bij en door de bedrijven zelf. De grootste potentiële winst ligt bij de opdrachtgevers. Zij hebben de sleutel in handen om vermijdbare graafschades te voorkomen. Het in 2018 ingezette extra toezicht op de opdrachtgever wordt in 2019 dan ook uitgebreid en doorgezet. Bij deze inspecties wordt het volwassenheidsniveau van de opdrachtgever beoordeeld en aanwijzingen gegeven om dit te vergroten.

Graafschades Graafbeweging Schadekans
2014 34.876 500.021 14,3
2015 32.950 530.990 16,1
2016 34.623 562.418 16,2
2017 33.383 588.826 17,6
2018 41.169 665.053 16,2

Deze tabel geeft de ontwikkeling van de graafbewegingen en graafschades van de afgelopen vijf jaar weer.

Een gezamenlijk belang

Opdrachtgevers, netbeheerders en grondroerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het voorkomen van graafschades. Deze hele graafketen beseft dat het aantal graafschades naar beneden kan en moet. We zien dan ook dat er - zij het langzaam - beweging blijft richting het gewenste einddoel van enkel onvermijdbare schades.

Het doel is duidelijk: enkel onvermijdbare schades. Bij onvermijdbare schades is alles volgens het boekje gegaan, maar gaat het toch mis.

Een goede werkinstructie

Het graafteam is afhankelijk van de andere deelnemers uit de keten. Het graafteam heeft namelijk de graafketen - van opdrachtgever tot grondroerder - nodig om een goede werkinstructie te krijgen. Een goede instructie voorkomt niet alleen vermijdbare graafschades en verstoring van diensten, maar vergroot ook de persoonlijke veiligheid tijdens de werkzaamheden.

Een treffend voorbeeld van een verstoring is die op Schiphol in augustus van 2018. De voorman ontving geen goede instructie, waardoor een onjuist beeld ontstond over de ondergrondse infrastructuur. Gevolg? Kabels van de back-upsystemen van de Verkeersleiding werden stukgetrokken en Schiphol moest het aantal vluchten reduceren.

Druk op opdrachtgevers neemt toe

Opdrachtgevers hebben een belangrijke positie in het voorkomen van graafschades. Een degelijke voorbereiding van een opdracht helpt bij het voorkomen van vermijdbare schades. De opdrachtgever moet ervoor zorgen dat de grondroerder zijn werk goed en zonder onnodige haast kan uitvoeren. Want wie zorgvuldig graaft, graaft veilig. Onze toezichthouders richten zich sinds einde 2018 meer op de opdrachtgevers, om met hen te zorgen voor een goede basis voor het zorgvuldig graven. Daar gaan we in 2019 mee door.

Door opdrachtgevers te faciliteren, enthousiasmeren, adviseren en indien noodzakelijk te sanctioneren, moet de keten in staat zijn de vermijdbare schades definitief de kop in te drukken. Dan zijn we net op tijd voor alle graafwerkzaamheden die in het kader van de energietransitie moeten plaatsvinden.

De Gemeenteradar

Gemeenten hebben een bijzondere positie in de keten. Sowieso zijn ze beheerder van de publieke ondergrond. Daarnaast kunnen ze zowel opdrachtgever zijn, als netbeheerder als grondroerder. Ze kunnen zelfs meerdere rollen tegelijkertijd vervullen. Om hen in die belangrijke positie te faciliteren heeft Agentschap Telecom in 2018 de Gemeenteradar uitgebracht. Deze handreiking helpt gemeenten meer grip te krijgen op de regierol en biedt handvatten om zelf graafwerkzaamheden zorgvuldig uit te (laten) voeren.

Een drukke ondergrond

Er zijn in Nederland meer dan 1.100 netbeheerders, elk met eigen verantwoordelijkheden. Gemeenten zijn met name verantwoordelijk voor rioolnetwerken, de telecom operators en internetbedrijven zijn eigenaar van de datakabels en de energiebedrijven zijn hard bezig de gas- en elektriciteitsnetwerken voor te bereiden op de energietransitie. Het is met meer dan 1,7 miljoen kilometer aan kabels en leidingen druk onder de grond.

Sleutelrol voor de netbeheerders

Netbeheerders zijn belangrijke opdrachtgevers voor graafwerkzaamheden. Gezien hun kennis en ervaring omtrent netten hebben netbeheerders de mogelijkheid om de noodzakelijke voorwaarden te stellen aan grondroerders om hun eigen netten en die van anderen, zoveel mogelijk veilig te kunnen stellen. Door deze extra rol als opdrachtgever, heeft de netbeheerder een belangrijke sleutel in handen om een extra impuls te geven aan de gewenste verandering: enkel onvermijdelijke schades. Voor netbeheerders is het belangrijk dat zij goed blijven letten op de nauwkeurigheid van kaartmateriaal en het intekenen van huisaansluitingen. Het geven van juiste en volledige informatie is dus cruciaal.

Voortdurende inspanning van grondroerders

Hoe je het ook wendt of keert: alle graafschades treden op bij de grondroerders. Zij worden vaak als eerste beschuldigd en aansprakelijk gesteld, terwijl zij slechts deels invloed hebben op de kwaliteit van het gehele graafproces. En ook grondroerders hebben last van graafschades. Het levert niet alleen vertraging op in de werkzaamheden, maar ook materiële en – een enkele keer – fysieke schade. Grondroerders geven de afgelopen jaren merkbaar meer aandacht aan veilig graven binnen de bedrijfsprocessen. Bij inspecties zien we dat het doen van een graafmelding en het aanwezig hebben van de ontvangen informatie van het Kadaster, beter zijn ingeregeld. Het geven van een goede werkinstructie aan het graafteam voordat gestart wordt met graven, is het volgende focuspunt van de grondroerder.

Ook in 2018 koos Agentschap Telecom de te inspecteren graaflocaties en grondroerders informatiegestuurd. Aan de hand van een risicoanalyse bezochten we de locaties die op basis van de cijfers een groter risico op graafschade vormen dan gemiddeld.

Vernieuwde richtlijn

De belangen van de opdrachtgevers, netbeheerders en grondroerders komen samen in de richtlijn CROW500, die inhoudelijk is opgesteld en omarmd door de hele graafketen. De keten komt samen in het Kabel en Leiding Overleg (KLO). De KLO levert volop inspanning om dit maatschappelijk vraagstuk samen op te lossen. De taakverdeling in de graafketen is glashelder; het komt aan op implementatie. Het daadwerkelijk handelen naar de richtlijn moet de ambitie realiseren.

Voorkom meten met twee maten

De jaarafrekening van je energieverbruik, de kosten van een volle tank, of de prijs van een gouden ring: veel producten die we kopen worden gemeten. Agentschap Telecom ziet erop toe dat die metingen kloppen, zodat u als consument of als bedrijf niet te veel betaalt.

Internationaal optreden

Agentschap Telecom neemt deel aan internationaal overleg voor het opstellen van de normen voor ‘meetinstrumenten’, zoals voor weegschalen, benzinepompen en elektriciteitsmeters. In afstemming met de Europese collega-toezichthouders treden we op tegen fabrikanten en importeurs die niet aan hun wettelijke verplichtingen voldoen.

Agentschap Telecom heeft in 2018 naar aanleiding van signalen uit de markt een Franse fabrikant van elektriciteitsmeters aangesproken op mogelijke tekortkomingen in haar productieproces. De fabrikant was blij dat hij door de signalering van de toezichthouder corrigerende maatregelen kon treffen. Het probleem in de productie hebben we internationaal met andere toezichthouders gedeeld.

Verder hebben we met Europese collega-toezichthouders twee verkennende onderzoeken uitgevoerd, beide onderdeel van een Europees screeningsproject. In dit kader onderzochten we ten eerste weeginstrumenten van twaalf ziekenhuizen, zoals babyweegschalen en stoelweegschalen. Het uitvoeren van het onderzoek was uiteraard overlegd met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Ten tweede voerden we een onderzoek uit naar weeginstrumenten die bijvoorbeeld supermarkten gebruiken bij de verkoop aan consumenten. De resultaten van beide onderzoeken komen naar verwachting in het derde kwartaal van 2019 beschikbaar.

Nieuwe kilo

In een kluis in Parijs ligt ‘Le Grand K’: een blok metaal van exact een kilo. Na 130 jaar komt een einde aan deze fysieke standaard. De kilo wordt nu namelijk gekoppeld aan de constante van Planck en heeft dus een digitale opvolger. Over wat dat is en hoe dit werkt, is een korte film gemaakt. De nieuwe kilo heeft geen invloed op de werking van weegschalen.

Toezicht binnen Nederland

Op nationaal niveau houdt Agentschap Telecom toezicht op bedrijven die meetinstrumenten gebruiken in het economische verkeer of voor medisch gebruik. Dit doen we door zelf langs te gaan en te controleren bij bedrijven. Ook zien we toe op de naleving van afspraken. Zo controleren netbeheerders en meetbedrijven in de energiesector zelf onder andere hun meters volgens vaste afspraken.

Actie op foutieve wegingen in de industrie

In 2018 hebben we steekproefsgewijs de werking van meetinstrumenten in de detailhandel en de industrie (business-to-business) gecontroleerd. Zo controleerden we ruim 2.000 benzinepompen, 2.600 kassaweegschalen en 3.000 weeginstrumenten in de industrie.

Uit de controles bleek dat de meetinstrumenten in het algemeen aan de wettelijke normen voldoen. Alle onderzochte benzinepompen meten correct. De kassaweegschalen wegen ook vrijwel altijd goed. De weeginstrumenten die worden gebruikt in de industrie, wegen – afhankelijk van het segment – tot 10% niet correct. Ook zien we dat bedrijven niet altijd gebruik maken van gekeurde weeginstrumenten, of dat de aangebrachte wettelijk verplichte merktekens niet correct zijn.

We hebben actie ondernomen richting de desbetreffende bedrijven. De bedrijven kregen namelijk een opdracht tot herstel van onze inspecteurs. We willen daarnaast met de branche nagaan welke stappen het kan ondernemen om de naleving te verhogen.

Klachtenloket

Wanneer consumenten of marktpartijen denken dat een elektriciteitsmeter, een benzinepomp of een ander meetinstrument niet goed meet, kunnen zij dit melden bij Agentschap Telecom. In 2018 ontvingen we 95 klachten. In vrijwel alle gevallen bleek na controle dat correct werd gemeten. In enkele gevallen is contact opgenomen met de eigenaar of indien nodig met de fabrikant van het meetinstrument om de geconstateerde tekortkoming ongedaan te maken.

Toezicht energiesector

Netbeheerders hadden in 2017 nog niet het volledige aantal controles uitgevoerd dat volgens henzelf nodig is om de kwaliteit van het Nederlandse elektriciteit- en gasmeterpark vast te stellen. In 2018 spraken we de netbeheerders hierop aan. Zij troffen daarna maatregelen, waardoor alsnog voldoende controleresultaten beschikbaar kwamen.

Verder voerden we in 2018 een onderzoek uit om vast te stellen in hoeverre elektriciteits- en gasmeters op recreatieparken aan de wettelijke eisen voldoen. We onderzochten 152 recreatieparken, waarvan het grootste deel campings en parken met vakantiehuisjes betrof. De resultaten van dit onderzoek publiceren we naar verwachting in de eerste helft van 2019.

Faciliteren energietransitie

Bij de energietransitie stappen we over van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame energiebronnen. Denk bijvoorbeeld aan het rijden op elektriciteit, waterstof of biobrandstoffen. Metrologie speelt een belangrijke rol in deze energietransitie. We zijn in 2018 samen met collega-toezichthouders een traject gestart om de kansen en risico’s van die transitie in kaart brengen. We gaan hier in 2019 mee door, bijvoorbeeld door na te gaan hoe we het toezicht op de werking van laadpalen gaan inrichten.

Is goud ook echt goud?

Net als de Metrologiewet, heeft ook de Waarborgwet als doel de consument te beschermen en eerlijke handel te bevorderen. De Waarborgwet gaat over edelmetalen, zoals goud en platina. In de Waarborgwet staan regels die ervoor moeten zorgen dat consumenten erop kunnen vertrouwen dat een gouden ring ook daadwerkelijk van goud is, en dat het vermelde gehalte aan edelmetaal klopt.

Agentschap Telecom heeft in 2018 ongeveer 400 fysieke controles uitgevoerd op plaatsen waar edelmetalen aan het publiek worden verkocht. In ongeveer 10% van de gevallen bleek dat de keurstempels ontbraken of dat edelmetalen niet goed onderscheiden werden. Hier gaven we herstelopdrachten voor. We besteedden extra aandacht aan de online verkoop van edelmetalen. Daarbij is specifiek gelet op de juiste benaming van producten (zie onderstaand kader). Naar aanleiding van dit onderzoek is voorlichting gegeven aan marktpartijen. Het effect van deze voorlichting toetsen we in 2019.

Benaming edelmetalen

Bij het aanbieden van bijvoorbeeld sieraden, mogen de woorden ‘goud’, ‘zilver’ en ‘platina’ alleen worden gebruikt als het product voldoet aan de wettelijke eisen voor zo’n benaming. Dat heeft een reden: we willen voorkomen dat de consument denkt dat hij een platina, gouden of zilveren product koopt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Voorbeelden van benamingen waarmee de consument op het verkeerde been wordt gezet, zijn ‘goudhoudend metaal’, ‘gouden plating’, ‘hoogwaardig goudlaagje’, ‘goud verguld zilver’, ‘verzilverd’.

Betrouwbaarheid van vertrouwensdiensten

Het wijzigen van uw zorgverzekering of online een handtekening onder het koopcontract van uw droomhuis zetten: het wordt steeds gemakkelijker om zaken online te regelen. Maakt u daarbij gebruik van een vertrouwensdienst, dan wilt u erop vertrouwen dat de transactie veilig is en in alle Europese Lidstaten als bewijsmiddel kan worden gebruikt in gerechtelijke procedures. Agentschap Telecom houdt toezicht op de aanbieders van vertrouwensdiensten.

Vertrouwen kent geen grens

Vertrouwensdiensten kunnen binnen de hele Europese Unie worden gebruikt. Dat heeft voordelen: het verruimt de keuzevrijheid van de gebruiker én de afzetmarkt van de aanbieders van vertrouwensdiensten. Het Europese systeem van vertrouwensdiensten helpt de Europese interne markt soepel te draaien.

eIDAS regelt veilige elektronische handtekeningen

Een van de elektronische vertrouwensdiensten is de digitale handtekening. De digitale maatschappij heeft betrouwbare digitale ondertekeningen nodig. Agentschap Telecom houdt toezicht op de veiligheid en betrouwbaarheid van in Nederland uitgegeven certificaten waarmee elektronische handtekeningen worden gezet. Dat doen we in nauwe samenwerking met andere toezichthouders in de Europese Unie. Zo zorgen we dat Nederland ook digitaal veilig verbonden is.

Afwijkende handtekeningdiensten

Als toezichthouder signaleert Agentschap Telecom wanneer er handtekeningdiensten op de markt verschijnen niet voldoen aan Europese wetgeving. We voeren dan een verkennend onderzoek uit naar deze diensten, en op basis daarvan besluiten we over de te ondernemen acties. Hierover vindt ook internationale kennisuitwisseling plaats. Dit alles om het vertrouwen in het stelsel van vertrouwensdiensten ook grensoverschrijdend te borgen.

Audits om veiligheid te borgen

Voordat een aanbieder een zogeheten gekwalificeerde vertrouwensdienst mag aanbieden, moet de aanbieder onder meer een audit ondergaan. Dat is een onderzoek waarin wordt bekeken of de vertrouwensdienst aan alle technische en juridische eisen voldoet. Daarnaast worden bij een audit risico’s onderzocht en beoordeeld. De audit staat als voorwaarde in Europese wetgeving. Alleen een auditor die daarvoor geaccrediteerd is, mag het onderzoek uitvoeren.

In ieder land van de Europese Unie mag maximaal één instantie de officiële toelating van een auditor verzorgen. In Nederland is dat de Raad voor Accreditatie. De gelaagdheid in de accreditatie en auditing is bedoeld om de kwaliteit ervan te garanderen.

Agentschap Telecom voert zelf ook inspecties uit bij aanbieders van gekwalificeerde vertrouwensdiensten. Daarnaast hebben aanbieders van vertrouwensdiensten een meldplicht bij Agentschap Telecom indien ze te maken hebben met een inbreuk op de veiligheid of integriteitsverlies van de vertrouwensdienst.

Verschil kwaliteitsniveau auditrapporten

Omdat het kwaliteitsniveau van auditrapporten in Europa nog te veel varieert, is de Europese Commissie verzocht om nadere regelgeving op te stellen om uniformiteit bij de accreditatie van auditors en auditrapporten te bewerkstelligen. Een beter vergelijkbaar kwaliteitsniveau zorgt er voor dat de verschillende toezichthouders in Europa hun beleid, kennis en ervaring beter op elkaar kunnen afstemmen.

Overige activiteiten AT 2018

  • Voorlichting aan leveranciers van vertrouwensdiensten over onder andere procedures voor het aanmaken van elektronische handtekeningen.
  • Inspecties bij alle leveranciers van gekwalificeerde vertrouwensdiensten. 
  • Jaarlijkse rapportage over ons toezicht aan de Europese Commissie en ENISA
  • Handhavend optreden tegen het gebruik van niet expliciet gecertificeerde middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen en zegels.
  • Crisisoefening met direct betrokken overheidspartijen.
  • Bewustwordingscampagne gehouden, wat leidde tot meer meldingen van verstoring door leveranciers van vertrouwensdiensten.

Interview met Coen Janssen (Hiber)

“Vanaf het allereerste begin beseften we dat frequenties essentieel zouden zijn voor onze business case. Daarom hadden we onze eerste vergunningsaanvraag al de deur uit, voordat we feitelijk startten met ons bedrijf.” 

Coen Janssen is medeoprichter van Hiber. ‘Pioniers van de 21e eeuw’, noemen de medewerkers van het bedrijf zich, en ‘baanbrekend op het gebied van mobiele communicatie via satellieten’. Met behulp van modems die verbinding maken met satellieten, brengt Hiber connectiviteit in gebieden waar geen GSM-dekking is. En dat is in 90% van de wereld het geval.   

Sinds eind 2018 heeft Hiber twee satellieten in de ruimte. Die zijn tegenwoordig een stuk kleiner dan voorheen: ongeveer zo groot als een schoenendoos. De satellieten vliegen zo’n zestien keer per dag over de polen en twee maal per dag over de evenaar. Op die momenten maken ze contact met de sensoren op aarde. Die sensoren staan bijvoorbeeld bij grote graansilo’s om de voorraad door te geven of op goederenwagons om hun locatie te kunnen volgen. Ze worden ook gebruikt in de landbouw om de bodemgesteldheid te meten, om op basis daarvan de grond te irrigeren of te bemesten. Maar de toepassingen beperken zich niet tot het vasteland. Zo zijn boeien op zee met sensoren uitgerust om zeestromen te monitoren, zodat de scheepvaart daar rekening mee kan houden.

Janssen: “Agentschap Telecom werkt heel voortvarend mee aan onze ambitieuze plannen. Het agentschap onderkent het economische belang van ruimtevaart en weet ook dat ruimtevaarttechniek uiteindelijk vaak mooie, nieuwe maatschappelijke toepassingen oplevert. Het lukte ons om binnen een week onze aanvraag gereed te hebben. Daar konden we vervolgens mee naar de ITU voor de internationale afstemming. Een half jaar later stonden we vooraan in de rij ten opzichte van de competitie op dit gebied. Een uitzonderlijke positie en milestone voor Nederland.“

"Want dit is nog maar het begin"

“De samenwerking met het agentschap ervaren we als erg prettig. Het agentschap beschikt over veel expertise op het gebied van frequentieplanning en de internationale coördinatie daarvan. Voor ons als bedrijf is dat uiterst waardevol. De samenwerking zal de komende jaren nog verder intensiveren. Want dit is nog maar het begin, zo is onze overtuiging. Op korte termijn willen we namelijk meer satellieten lanceren om op langere termijn ons beoogde Internet of Things satellietnetwerk van minstens 50 satellieten te kunnen realiseren.”

Interview met Benaissa el Hammadi (Stedin)

In het Kabel en Leiding Overleg (KLO) zijn de belangrijkste koepels van de graafketen vertegenwoordigd. Opdrachtgevers, netbeheerders, grondroerders en beheerders van de ondergrond werken daarin samen aan het gezamenlijke doel: graafschades voorkomen. De keten staat voor de grote uitdaging om na de jaren van onderzoek, voorbereiding en stimulering aan de slag te gaan met de implementatie van een zorgvuldig graafproces conform de CROW500-richtlijn.

Benaissa el Hammadi is Directeur Asset Management bij Stedin. Hij is een van de vertegenwoordigers van de netbeheerders en is sinds oktober 2018 voorzitter van het KLO.

“Veilig graven is een mentaliteitskwestie. Het gaat om nieuw gedrag. Dat verander je niet een-twee-drie. Toen we een paar jaar geleden van Agentschap Telecom de boodschap kregen dat het aantal graafschades de verkeerde kant uitging, hebben we ons dat serieus aangetrokken. Eerst hebben we gezorgd voor de CROW500-richtlijn ‘Schade voorkomen aan kabels en leidingen’. Deze richtlijn maakt het voorkomen van graafschade en een veilige graafcultuur tot verantwoordelijkheid van de hele keten. Vanaf initiatieffase tot en met de gebruiksfase. En alle partijen hebben de CROW500 onderschreven. Daarmee hebben we het fundament voor verandering gelegd.”

“Als je wil dat een richtlijn binnen de organisatie wordt gedragen, dan moet de hele organisatie ervan weten. Daarom besteed ik binnen Stedin persoonlijk aandacht aan de implementatie van de CROW500. Ik vind dat de aandacht voor zo’n werkwijze op managementniveau goed geborgd moet zijn. De opdracht die we nu als graafketen hebben, is om consistent en consequent door te gaan op de ingeslagen weg. Er zijn teveel schades aan kabels en leidingen. En dat aantal kan verder oplopen, zeker nu de energietransitie eraan zit te komen. Daarom moeten we slim werken en in de hele keten de CROW500 implementeren. Het KLO zorgt hierbij voor verbinding in de keten en we ondersteunen initiatieven die de implementatie van de CROW500 bevorderen. Ook willen we de kennis en kunde op dit onderwerp vergroten. Dit doen we door een toolbox en opleidingsmateriaal beschikbaar te stellen. Idealiter is het aantal schades nul. Maar onvermijdelijke schades zal je altijd houden. Het zijn de vermijdbare schades die we met elkaar terug willen brengen.”

"We moeten slim werken en in de hele keten de CROW500 implementeren."

“Er lopen voortdurend veel veranderingen binnen bedrijven. Dat heeft impact op je mensen. En die hebben nu eenmaal maar een bepaalde absorptiecapaciteit. Om dan toch succesvol te zijn in een gedrags- en cultuurverandering, moet je consistent zijn. En we moeten op zoek naar die punten waar we werkelijk impact kunnen hebben, zodat een slimme ingreep zorgt voor een multipliereffect. Met 10% verandering op één punt in het proces, bereik je dan 30% voordeel in de hele keten. Ik ben er ook van overtuigd dat transparantie goed werkt. Ik wil dat we open zijn naar elkaar en naar onze omgeving en kunnen zeggen waar we trots op zijn, waar we ons voor schamen en waar we verbeterkansen zien. Zo deel je kennis en leer je van elkaar.”

“Het agentschap heeft sterke vermoedens dat de grootste verbeterkans zit bij de opdrachtgevers. Ik wil dat vermoeden graag onderzoeken om het te kunnen bevestigen. Dan weet ik waar we het sterkst moeten drukken. Aan onze goede wil en betrokkenheid ligt het niet. We zijn graafprofessionals. Alle deelnemers van het KLO maken zich hard voor een veilige graafketen en het voorkomen van graafschades. Met de CROW500-richtlijn in de hand gaan we dat de komende jaren voor elkaar krijgen.”

Organisatiecijfers

Kerncijfers organisatie
Realisatie 2015 Realisatie 2016 Realisatie 2017 Realisatie 2018
Totaal aantal fte's 252,1 324,5 332,8 324
Kosten inhuur externen (x 1.000 euro) 859 2350 2635 2971
Ziekteverzuim 3,80% 4,70% 5,80% 3,30%
Percentage vrouwen 35,30% 33,60% 33% 31%
Gemiddelde leeftijd 48,8 49,5 50 50,7

Het resultaat over 2018 is met €118.000 positief. Dit is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting voor het agentschap een goed resultaat. In detail is er sprake van een positief resultaat op het product Caribisch Nederland van € 700.000 en een verlies op de overige producten en diensten van € 600.000.

Kerncijfers financieel
Realisatie 2015 Realisatie 2016 Realisatie 2017 Realisatie 2018
Bedrijfsresultaat (x 1.000 euro) 1789 -2525 -2409 118
Omzet (incl. Caribisch Nederland) 35406 38318 42809 46696
Personeelskosten per fte (x 1.000 euro) 72,4 73 77,1 79,5
Opleidingskosten als percentage van de personele kosten 2,40% 2,10% 1,50% 1,70%
Huisvestingskosten per fte (x 1.000 euro) 7,9 7,8 5,4 5,5
Uurtarief (wijziging in reële termen) -0,69% -1,22% -1,86% -2,45%

Het gerealiseerde aantal FTE is ten opzichte van 2017 licht gedaald. De stijgende kosten van externe inhuur wordt vooral veroorzaakt door de inbedding van de nieuwe taak Wet Beveiliging Netwerk en Informatiesystemen (Wbni).

Kerncijfers juridisch
2015 2016 2017 2018
Ontvangen bezwaarschriften 147 927 396 240
Direct Beslissing op Bezwaar (BOB) 29 2 22 6
Intrekking bezwaar 32 112 137 79
Geen bezwaar 11 52 63 42
Ontvangen beroepsprocedures 25 27 62 30
Ontvangen Hoger Beroepsprocedures 23 6 24 5
Ontvangen Wob-verzoek 38 40 31 28

Digitalisering klantcontact

Agentschap Telecom heeft de ambitie om conform het regeerakkoord 2017 haar diensten zoveel mogelijk digitaal aan te bieden. Zo hebben we in 2018 op onze website Mijn Agentschap Telecom gelanceerd. Deze portal is voor maritieme registraties en voor radiozendamateurs. Ruim 70.000 relaties van Agentschap Telecom kunnen daar hun registraties doorvoeren, inzien en wijzigen. 

De digitalisering van onze dienstverlening wordt de komende jaren uitgebreid. Onze ambitie is om vóór 2021 vrijwel al het contact met onze klanten digitaal te laten verlopen.

Colofon

Jaarbericht Agentschap Telecom, 2018

Publicatiedatum

woensdag 10 april 2019

Productie

Strategie en Communicatie

Eindredactie

Strategie en Communicatie

Vormgeving

Strategie en Communicatie

E-mail

info@agentschaptelecom.nl

Internet

http://www.agentschaptelecom.nl

Redactieadres

Postbus 450, 9700 AL Groningen

Telefoon

(050) 58 77 444

Copyright

CC0 1.0 Universal