De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) heeft een IoT (Internet of Things)-testlab. In dit lab onderzoeken we de digitale beveiliging van slimme apparatuur en software.
De risico's van IoT-apparaten
IoT-apparaten zijn apparaten die verbonden zijn met het internet: van slimme deurbellen en babyfoons, tot aan routers, smartwatches en zelfs koelkasten. IoT-apparaten brengen gemak met zich mee, maar als ze digitaal niet goed beveiligd zijn, ontstaan er ook risico’s.
Criminelen kunnen de apparaten hacken op afstand en misbruik maken van de gegevens. Zo kunnen de videobeelden van jouw babyfoon ineens op straat belanden of gebruikt worden voor chantage, omdat het apparaat slecht beveiligd is. Veel consumenten zijn zich niet bewust van deze risico’s.
Wat doen we in het IoT-testlab?
Het doel van het IoT-lab van de RDI is om de digitale beveiliging en betrouwbaarheid van slimme apparaten en software te onderzoeken en risico’s te signaleren. In het lab onderzoeken onze inspecteurs of producten voldoen aan de cyberbeveiligingseisen die sinds 1 augustus 2025 voor radioapparatuur gelden (RED 3.3). En ook kijken we vooruit naar nieuwe wet- en regelgeving, want vanaf december 2027 gelden er uitgebreidere cyberbeveiligingseisen (Cyber Resilience Act). Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar wachtwoordbeleid en de status van updates die gedaan moeten worden op slimme apparaten. Verder onderzoeken we bij de RDI of het slimme apparaat een veilige verbinding maakt met de buitenwereld en kijken we of het mogelijk is om een account te verwijderen. De resultaten van dit onderzoek helpen ons uiteindelijk om goed toezicht te kunnen houden op de marktdeelnemers en te handhaven dat ze zich aan deze wetten houden. De cyberveiligheid van apparatuur, en daarmee van ons land, wordt daarmee verder vergroot.