Voorkom storingen door zonnepanelen

Het aantal huizen met zonnepanelen blijft stijgen. Het gebruik van zonnepanelen biedt namelijk voordelen. Zo is het milieuvriendelijk en zorgt het thuis voor een lagere energierekening.

Maar wist u dat zonnepanelen ook storingen kunnen veroorzaken? Niet alleen bij de eigenaar van de panelen in huis, maar ook in bijvoorbeeld lucht- en scheepvaartcommunicatie. Dat kan problemen opleveren. We geven in dit artikel een aantal tips, zodat u samen met uw leverancier en installateur storingen door zonnepanelen kunt voorkomen.

Problemen bij andere apparaten

Zonnepanelen, ook wel PV-systemen genoemd, kunnen bij een onjuiste installatie storingen veroorzaken. Dit kan ertoe leiden dat andere apparaten niet meer goed werken. Denk aan trager internet, verbindingsproblemen met bellen, storing op radio en televisie of een niet-werkende babyfoon. Andersom kunnen ook PV-systemen zelf gevoeliger worden voor storingen van buitenaf en zo bijvoorbeeld minder stroom gaan leveren.

We willen meer inzicht krijgen in de onderliggende oorzaken van storingen. Daarom hebben we verschillende marktpartijen actief benaderd, om samen met de branche tot oplossingen te komen. Want een stijging van de markt voor zonnepanelen, zorgt ook voor een stijgende kans op verstoringen.

Zonnepanelen installeren: de tips

Met een aantal tips kan de kans op storing door zonnepanelen verkleind worden. Bespreek de tips met uw deskundige leverancier en installateur. Zo zorgt u samen voor een veilige installatie, om optimaal rendement te behalen.

  1. Gebruik alleen PV-apparatuur met een CE-markering. Staat dit niet op de apparatuur, dan mag het niet op de Europese markt worden gebracht, en dus ook niet op uw dak worden geplaatst.
Logo CE-markering

2. Vraag uw installateur of hij de installatievoorschriften volgt bij het aanleggen van de apparatuur; zowel van de fabrikant als vanuit richtlijnen en normen. Dit verkleint het stoorpotentieel. In het bijzonder dient de installateur op de aardinginstructies te letten.

3. Laat de kabels zo dicht mogelijk naast elkaar (met enige tussenruimte i.v.m. vlambogen) leggen en laat deze zolang mogelijk parallel aan elkaar lopen.

4. Voorkom ‘lussen’ in de bekabeling, waarbij de kabels in een rondje over het dak lopen. Dit veroorzaakt namelijk verstoringen op andere apparaten. Daarnaast worden de zonnepanelen zelf ook gevoeliger voor storing van buitenaf, waardoor ze bijvoorbeeld een foutmelding laten zien.

Inductielus PV-systemen
Beeld: ©ISSO Handboek Zonne-Energie 2016

5. Neem aanvullende maatregelen wanneer nodig. Zo zorgt het leggen van kabels in metalen buizen/goten voor een goede afscherming. En verder:

Ferriet
Direct bij in- en uitgangen van apparatuur ferrietkralen aan te brengen over de gelijkstroom (DC) kabels. Wel moet ferriet voor het juiste frequentiegebied worden toegepast (HF-band). Hoe groter het raakvlak tussen ferriet en bedrading, hoe beter de werking is.

Filters

Ook bestaat de mogelijkheid om extra EMC/EMI-filters te plaatsen. Er zijn verschillende filters verkrijgbaar, mede afhankelijk van de stroom.

Fabricage-eisen zonnepanelen

Zonnepanelen moeten voldoen aan Europese eisen voordat ze op de Europese markt aangeboden mogen worden. Meer informatie over waar fabrikanten, importeurs en verkopers aan moeten voldoen, vindt u bij het onderwerp 'Handel en apparatuur'.