AI-verordening
In de AI-verordening staan regels voor het verantwoord ontwikkelen en gebruiken van AI door bedrijven, overheden en andere organisaties. Goed georganiseerd toezicht hierop geeft vertrouwen aan consumenten en schept duidelijkheid voor organisaties en bedrijfsleven. Zij kunnen blijven schakelen met de (sectorale) toezichthouders die zij al kennen. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RD) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vervullen hierin een coördinerende rol.
Eindadvies Toezicht op AI
Samenwerking, coördinatie en het optimaal benutten van expertise op gebied van grondrechten en veiligheid. Die elementen vormen de kern van het eindadvies ‘Toezicht op AI’ van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Het advies beschrijft hoe met een geïntegreerde aanpak effectief toezicht gehouden kan worden op het gebruik van AI.
De coördinerende rollen in het toezicht op AI worden toebedeeld aan de RDI en de AP. Vanuit een expertrol ondersteunen en adviseren zij andere toezichthouders en faciliteren ze de samenwerking.
Dit eindadvies is het resultaat van intensieve samenwerking tussen alle betrokken toezichthouders en met steun van de Inspectieraad en de Algoritme- & AI-kamer van het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders (SDT).
Toezicht op AI laten aansluiten bij het reguliere toezicht
Door de verschillende AI-toepassingen zijn er ook verschillende risico's. Een AI-systeem in speelgoed brengt andere risico’s met zich mee dan bijvoorbeeld een AI-systeem voor werving en selectie. De RDI en de AP adviseren daarom om het toezicht op AI in de verschillende sectoren en domeinen zoveel mogelijk te laten aansluiten bij het reguliere toezicht.
Producten zoals, machines, liften of speelgoed moeten al aan diverse Europese (veiligheids)regels voldoen. Consumenten herkennen dit aan de CE-markering. Wanneer in dit soort producten AI wordt gebruikt moet ook aan de AI-verordening worden voldaan. Het toezicht op deze producten kan bij dezelfde toezichthouder blijven. Op deze manier worden kennis, expertise en capaciteit van de sectorale toezichthouders optimaal benut en blijven hun mandaten intact.
Wanneer organisaties AI-toepassingen integreren in producten en diensten zonder de huidige verplichte CE-markering kan het toezicht hierop ook aansluiten bij bestaande toezichtrollen. Het gaat bijvoorbeeld om toepassingen waarbij AI-systemen worden ingezet om besluiten over mensen te nemen. Zoals bij werving en selectie, beoordelingen in het onderwijs of risicoselectie door overheidsorganisaties.
Samenwerking toezichthouders bij AI-verordening cruciaal
Voor deze sectoroverstijgende toepassingen is het belangrijk dat toezichthouders samenwerken vanuit hun sectorale en domeinspecifieke expertises. Zo moeten signalen bijvoorbeeld over en weer kunnen worden gedeeld en kunnen toezichthouders samenwerken om geschikte interventies te doen. Het toezicht op de AI-verordening moet plaatsvinden in nauwe samenwerking tussen toezichthouders, zodat het toezicht niet versplintert en dat organisaties weten wat er van ze verwacht wordt. De RDI en de AP coördineren dit. Vanuit een expertrol ondersteunen en adviseren zij en faciliteren ze de samenwerking.